De geschiedenis van 2010
Foto v.l.n.r.: Nicholas Patrick, Terry Virts, Robert Behnken, Kathryn Hire, George Zamka en Stephen Robinson.
Op 8 februari 09:14 UTC werd de Space Shuttle Endeavour, gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. De aan boord zijnde zes astronauten koppelden twee dagen later aan de PMA-2 module van het International Space Station. Vlucht STS-130 had aan boord twee modules om het ISS verder uit te breiden, in dit geval de Tranquility module en de Cupola.
De Tranquility module, ook wel Node 3 genaamd, is gebouwd en betaald door de ESA om zo binnen het ESA-NASA-ISS ruilsysteem de ISS-faciliteiten van de NASA te mogen gebruiken en astronauten met de Space Shuttle te laten vliegen. De Tranquility heeft zes locaties waar andere modules aan gekoppeld kunnen worden en een daarvan wordt gebruikt door de Cupola.
De Cupola is een robotwerkstation en een observatiestation en is door de ESA gebouwd en gefinancierd. Het Italiaanse woord Cupola betekent ‘dome’ oftewel ‘koepel’ en heeft zeven ramen. Deze panoramakoepel wordt gebruikt bij werkzaamheden, experimenten, koppelingen en aardobservaties.
Na een verblijf van negen dagen verliet de Endeavour op 20 februari het ISS en maakte een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15.
De lancering van de ruimtesonde Solar Dynamics Observatory vond plaats op 11 februari vanaf Cape Canaveral, met als missie de komende vijf tot tien jaar onderzoek doen naar de invloed van de zon op de aarde. De in NASA Goddard Space Flight Center gebouwde sonde onderzoekt hoe zonnewind en zonlicht ontstaat en maakt onderdeel uit van het LSW programma (Living With a Star).
Onderzoekers proberen hierop een antwoord te vinden door te onderzoeken hoe de omzetting van het magnetisch veld van de zon naar zonnewind en zonlicht in zijn werk gaat.
Aan boord van de sonde bevinden zich drie wetenschappelijke onderzoek instrumenten:
- Atmospheric Imaging Assembly (AIA)
- Extreme Ultraviolet Variability Experiment (EVE)
- Helioseismic and Magnetic Imager (HMI)
Met de AIA wordt onderzoek gedaan naar de ultraviolette en extreem ultraviolette niveaus van de zon. De EVE meet de ultraviolette straling en de HMI onderzoekt het verband tussen de processen in de zon en de magnetisme aan het oppervlak van de zon.
Op 2 april 04:04 UTC werd de Soyuz-TMA 18 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Poisk module van het International Space Station. De drie kosmonauten maakten onderdeel uit van ISS-Expeditie 23.
Oorspronkelijk stond de landing gepland voor 24 september, maar werd uitgesteld vanwege problemen bij het loskoppelen van het ruimtevaartuig. In eerste instantie waren er problemen met de afdichting tussen het ruimtevaartuig en het ISS. Nadat het luik was geopend en was geïnspecteerd kon een kosmonaut in het ISS, niet het sein veilig geven dat de afdichting correct was. Na opnieuw een controle werd het sein veilig gegeven om te vertrekken maar dit keer werkte het loskoppelen niet, het probleem met het koppelmechanisme kon niet opgelost worden en werd er besloten dat de kosmonauten terug moesten naar het ISS.
Uiteindelijk verlieten de drie kosmonauten op 24 september het ISS en landden die nacht op 25 september veilig op de Steppe van Kazachstan.
Op 5 april 10:21 UTC werd de Space Shuttle Discovery, gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. De aan boord zijnde zeven astronauten koppelden twee dagen later aan de PMA-2 module van het International Space Station. Vlucht STS-131 had aan boord de Europese Multi-Purpose Logistics Module (MPLM) Leonardo.
Tijdens de missie werd ammoniak-tank buiten het ISS op de S1-truss vervangen.
Na een verblijf van tien dagen verliet de Discovery op 17 april het ISS en maakte op 20 april een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15.
Foto v.l.n.r.: Richard Mastracchio, Stephanie Wilson, James Dutton, Dorothy Metcalf-Lindenburger, Alan Poindexter, Naoko Yamazaki en Clayton Anderson.
De X-37B is een onbemand ruimtevliegtuig dat verticaal werd gelanceerd op 22 april door een Atlas-V 501 raket vanaf Cape Canaveral en in een baan om de aarde werd gebracht.
Deze eerste lancering van dit geheime type ruimtevliegtuig test ruimtevaarttechnologie voor de Amerikaanse US Air Force en heeft een omloopbaan van 410km hoogte welke veelal wordt gebruikt voor militaire spionagedoeleinden.
Op 3 december 2010 voerde het ruimtevliegtuig na een goede 224 dagen op Vandenberg Air Force Base de eerste Amerikaanse automatische ruimte landing uit.
De eerste lancering van het Indiase raket type GSLV MK II op 15 april 10:57 UTC vanaf Satish Dhawan Space Centre is mislukt. Hoewel de eerste en tweede trap normaal zijn werk deden functioneerde de derde trap niet. Uit analyses bleek dat de turbopomp, die de brandstof aan de cryogene motor leverde, een seconde na de ontsteking was gestopt.
De GSAT-4 satelliet ook wel bekend als Health Sat ging hiermee verloren.
Space Shuttle Atlantis werd gelanceerd vanaf Kennedy Space Center op 14 mei om 18:20 UTC met aan boord zes astronauten. Na twee dagen koppelde de Atlantis aan de PMA-2 module van het International Space Station.
Vlucht STS-132 heeft een Russische vracht aan boord, de Rassvet ook wel Mini-Research Module 1 (MRM-1) genaamd en werd op 14 mei gemonteerd aan het ISS.
Het hoofddoel van de Rassvet is tweeledig, opslag van goederen en docking station. Op 28 juni koppelde de Soyuz TMA-19 als eerst aan deze module.
Na een verblijf van zeven dagen verliet de Atlantis op 23 mei het ISS en maakt op 26 mei een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 33.
Foto v.l.n.r.: Piers Sellers, Garrett Reisman, Dominic Antonelli, Kenneth Ham, Michael Good en Stephen Bowen
De Japanse Akatsuki sonde wordt ook wel Venus Climate Orbiter (VCO) en Planet-C genoemd en werd op 20 mei gelanceerd vanaf Tanegashima Space Center door een H-IIA 201 draagraket om 21:58 UTC.
Na ruim zes maanden bereikte de sonde de planeet Venus maar helaas is de geplande baan om de planeet niet gelukt op 6 december en werd besloten de sonde in een heliocentrische baan te brengen, dit is een baan om de zon.
Wanneer Akatsuki op 7 december 2015 Venus weer bereikte werd getracht de baan te wijzigen zodat de probe in een baan om Venus terecht komt en deze keer met succes.
Aan boord van de sonde zijn vijf camera’s die de gelaagdheid van de atmosfeer, de atmosferische dynamiek en wolkenfysica bestudeerd. Astronomen menen in december 2015 een zwaartekrachtgolf op Venus te hebben ontdekt.
Ook aan boord van de raket was de experimentele IKAROS (Interplanetary Kite-craft Accelerated by Radiation Of the Sun). IKAROS is het eerste ruimtevaartuig dat met succes zonnezeiltechnologie als voortstuwing in de ruimte gebruikt.
De twee camera’s die aanwezig registreerden dat het zonnezeil op 14 juli werd ontvouwd.
IKAROS passeerde op 8 december 2010 de planeet Venus op een afstand van ruim 80.000km.
Op 4 juni werd de eerste tweetraps Falcon-9 v1.0 raket gelanceerd vanaf Cape Canaveral, na meer dan 300 rondjes rond de aarde eindigde deze testvlucht op 27 juni. Deze missie moest duidelijkheid geven over de aerodynamica en de prestatie van deze draagraket.
De lading aan boord van de raket was de massasimulator DSQU (Dragon Spacecraft Qualification Unit) en is een niet functionerende lading die werd gebruikt tijdens deze testvlucht.
De Franse satelliet Picard is op 15 juni gelanceerd om 14:42 UTC vanaf Dombarovsky Air Base. Picard is een zon observatiesatelliet en is vernoemd naar Jean Picard (1620-1682), die als eerste de diameter van de zon nauwkeurig bepaalde.
De het doel van deze missie is:
- het meten van de totale en spectrale bestralingssterkte van de zon;
- het meten van de diameter en de vorm van de zon;
- het onderzoeken van het inwendige van de zon door middel van helioseismologie.
Dit alles moet meer inzicht geven in de oorzaak van de fluctuaties van de zonneactiviteit en de invloed hiervan op het klimaat van de aarde.
Op 15 juni 21:35 UTC werd de Soyuz-TMA 19 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Zvezda module van het International Space Station.
Dezelfde maand nog op 28 juni werd de Soyuz-TMA 19 ontkoppeld en koppelde aan de Rassvet module, dit was de eerste keer dat er aan de Rassvet module een koppeling plaatsvond.
Op 26 november verlieten de astronauten van ISS-Expeditie 24 het ISS en landden die nacht veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Douglas Wheelock, Fyodor Yurchikhin en Shannon Walker.
Het vierde rakettype van de Minotaur raketfamilie werd op 26 september om 04:41 UTC gelanceerd vanaf Vandenberg Air Force Base, genaamd Minotaur IV. Hoewel op 22 april de eerste Minotaut IV Lite werd gelanceerd was dit de eerste orbitale lancering.
Dit type op vaste brandstof werkende draagraket wordt gebruikt voor satellieten die in een lage baan om de aarde worden gebracht.
Een Minotar IV is een viertrapsraket waarvan de eerst drie bestaan uit Peacekeer-rakettrappen en de hoogte van de raket is bijna 24 meter met een goede doorsnede van 2 meter. Er bestaat een optioneel type Minotaur IV Haps welke een vijfde trap heeft, deze werd op 20 november voor het eerste gelanceerd.
China lanceerde op 1 oktober de Chang’e 2 om 10:59 UTC vanaf lanceerbasis Xichang Satellite Launch Center. De Chang’e 2 missie naar de maan is een onderdeel van het Chinese Lunar Exploration Program (CLEP) en voerde onderzoek uit ter voorbereiding van de maanlanding in 2013, dit gebeurde vanuit een omloopbaan op 100km van de maan.
Na dit onderzoek werd de onbemande ruimtesonde naar een andere locatie gemanoeuvreerd, namelijk naar het Aarde-Zon L2 Lagrangian punt. Daar werd de sonde op 25 augustus 2011 in een baan rond L2 gebracht om zo het Chinese volg- en controlenetwerk te testen. Na deze test kreeg de Chang’e 2 een nieuwe missie, de sonde ging op weg naar de astroïde 4179 Toutatis waar deze in december 2012 voorblij vloog.
Vanaf 2014 voert de Chang’e 2 een langetermijnmissie uit om de deep-space volg- en controlesystemen van China te verifiëren.
Op 7 oktober 23:10 UTC werd de eerste vernieuwde Soyuz-TMA 01M gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden drie dagen later aan de Poisk module van het International Space Station.
Op 16 maart 2011 verlieten de kosmonauten van ISS-Expeditie 25 het ISS en landden die nacht veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Scott Kelly , Alexander Kaleri en Oleg Skripochka.
Op 8 december werd de eerste orbitale ruimtecapsule Dragon C1 raket gelanceerd met een Falcon 9 raket vanaf Cape Canaveral om 15:43 UTC van het ruimtevaartbedrijf SpaceX.
Het was ook de eerste vlucht van het NASA Commercial Orbital Transportation Services (COTS) programma, welke vluchten gaan uitvoeren om het internationale ruimtestation ISS te bevoorraden.
Door het succes van deze vlucht met de Dragon werd SpaceX in staat gesteld om het ruimtevaartuig testplan verder te ontwikkelen. Ook gaf NASA SpaceX de mogelijkheid om doelstellingen voor de komende twee COTS testvluchten te combineren en zo tijdens de volgende testvlucht te koppelen aan het ISS.
Op 15 december 19:09 UTC werd de Soyuz-TMA 20 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Rassvet module van het International Space Station.
Op 23 mei 2011 verlieten de kosmonauten van ISS-Expedite 26 het ISS en landden die nacht 24 mei veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Catherine Coleman, Dmitri Kondratyev en Paolo Nespoli.