De geschiedenis van 2008
Op 7 februari om 19:45 UTC werd de bemande Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren de Columbus module en zeven astronauten die een missie hadden om het International Space Station verder uit te breiden. Na een vlucht bijna twee dagen koppelde de Atlantis aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Tijdens deze missie werd de Columbus module van de Europese ruimtevaartorganisatie op 11 februari gemonteerd aan de Harmony module van het ruimtestation. Het onderzoekslaboratorium Columbus heeft een lengte van 6,78 meter en een doorsnede van 4,49 meter en wordt geleid vanuit het Columbus Control Center in Oberpfaffenhofen Duitsland.
Na een verblijf van ruim acht dagen in het ISS ontkoppelde Atlantis op 18 februari en maakt op 20 februari een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15. Astronaut Léopold Eyharts bleef achter in het ISS en Daniel Tani van STS-120 ging mee terug naar de aarde, beide astronauten maakten deel uit van ISS-Expeditie 16.
Foto v.l.n.r.: Leland Melvin, Stephen Frick, Rex Walheim, Léopold Eyharts, Stanley Love, Alan Poindexter en Hans Schlegel.
Foto v.l.n.r.: Voorste rij; Dominic Gorie en Gregory H. Johnson. Achterste rij: Richard Linnehan, Robert Behnken, Garrett Reisman, Michael Foreman en Takao Doi.
Op 11 maart om 06:28 UTC werd de bemande Space Shuttle Endeavour gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren delen van JEM (Japanese Experiment Module, of Kibō) module, een robotarm en zeven astronauten die een missie hadden om het International Space Station verder uit te breiden. Na een vlucht bijna twee dagen koppelde de Endeavour aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
De Canadese robotarm Dextre werd op 13 maart uit de vrachtruimte gehaald en tijdens deze missie gemonteerd aan het International Space Station.
Tijdens deze missie werd het eerste deel het JEM-ELM PS (Experiment Logistics Module Pressurized Section) van de Japanse ruimtevaartorganisatie op 14 maart tijdelijk gemonteerd aan de Harmony module van het ruimtestation.
Na een verblijf van ruim elf dagen in het ruimtestation ontkoppelde de Endeavour op 26 maart en maakte op 27 maart een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15. Astronaut Garrett Reisman bleef achter in het ISS en Léopold Eyharts van STS-122 ging mee terug naar de aarde, beide astronauten maakten deel uit van de ISS-Expeditie 16.
Foto’s onder: Links Dextre en rechts JEM-ELM PS
Op 8 april 11:16 UTC werd de Soyuz-TMA 12 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Pirs module van het International Space Station.
Kosmonaut Yi So-Yeon bleef achter in het ISS en landde met de Soyuz-TMA 11 veilig op 19 april.
Richard Garriott van de Soyuz-TMA 13 en de twee andere kosmonauten landden op 24 oktober met de Soyuz-TMA 12 veilig op de Steppe van Kazachstan. De kosmonauten Sergey Volkov en Oleg Kononenko maakten deel uit van de ISS-Expedite 17.
Foto v.l.n.r: Yi So-Yeon, Sergey Volkov en Oleg Kononenko.
Op 31 mei om 21:02 UTC werd de bemande Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren delen van JEM (Japanese Experiment Module, of Kibō) module en zeven astronauten die een missie hadden om het International Space Station verder uit te breiden. Na een vlucht bijna twee dagen koppelde de Discovery aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Tijdens deze missie werd het tweede deel het JEM-PM (Pressurized Module) van de Japanse ruimtevaartorganisatie op 3 juni gemonteerd aan de Harmony module van het ruimtestation. De JEM-ELM PS (Experiment Logistics Module Pressurized Section) die tijdens de STS-122 naar het ISS was gebracht, werd op 6 juni aan de JEM-PM gemonteerd.
Na een verblijf van ruim acht dagen in het ISS ontkoppelde Discovery op 11 juni en maakt op 14 juni een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15. Astronaut Gregory Chamitoff bleef achter in het ISS en Garrett Reisman van STS-123 ging mee terug naar de aarde, beide astronauten maakten deel uit van ISS-Expeditie 17
Foto v.l.n.r.: Gregory Chamitoff, Michael Fossum, Kenneth Ham, Mark Kelly, Karen Nyberg, Ronald Garan en Akihiko Hoshide.
De ruimtetelescoop Fermi Gamma-ray Space Telescope (FGST) werd op 11 juni 16:05 gelanceerd vanaf Cape Canaveral. De missie van de ruimtetelescoop is een samenwerkingsverband tussen de NASA, de U.S. Department of Energy en verschillende instituten in Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan en Zweden, is vernoemd naar de natuurkundige Enrico Fermi en zoekt deeltjes met hoge energie waarden in het elektromagnetisch spectrum, oftewel gammastraling.
Aan boord van FGST bevinden zich twee instrumenten, de Large Area Telescope (LAT) en de Gamma-ray Burst Monitor (GBM).
Naast onderzoek naar donkere materie willen onderzoekers aan de hand van de gammastraling een beeld krijgen van het vroegere heelal.
Iran lanceerde op 16 augustus om 19:32 UTC de Safir-1 raket vanaf lanceerbasis Semnan Launch Center en zou de eerste raketlancering moeten worden voor een orbitale vlucht, echter bleef het bij een poging want de raket lancering mislukte. Hoewel de Iran officieel aangaf dat het een geslaagde lancering was gaven onofficiële bronnen aan dat er een probleem was met de tweede trap van de raket en dat daarmee de waarschijnlijk aanwezige Omid satelliet verloren was gegaan. Een ander aanknopingspunt voor de mislukte lancering was dat er geen objecten zijn aangetroffen in een baan om de aarde.
De Safir-1 is een tweetraps raket en is gebaseerd op de Kavoshgar-1 raket.
Op 25 september om 13:10 UTC werd de Shenzhou-7 gelanceerd vanaf Jiuquan Satellite Launch Center door een Long March 2F raket met aan boord drie taikonauten.
Tijdens deze missie werd de eerste Chinese ruimtewandeling gemaakt door Zhai Zhigang en is China hiermee na de Verenigde Staten en Rusland het derde land dat een zogenaamde EVA (Extra Vehicular Activity) heeft uitgevoerd.
Na drie dagen landde de bemanning weer veilig op Aarde in Siziwang Banner in Inner Mongolië.
Foto v.l.n.r.: Jing Haipeng, Zhai Zhigang en Liu Boming.
Na drie mislukte lanceringen werd op 28 september om 23:15 UTC de eerste door privaat geld Falcon 1 raket gelanceerd vanaf Omelek eiland.
De Falcon 1 raket is ontwikkeld en gemaakt door de firma SpaceX en wil met de exploitatie van deze raket de ruimtevaartkosten terugbrengen voor de reguliere ruimtevaartorganisaties.
De Falcon 1 is een tweetraps raket met vloeibare brandstof en waarvan de eerste trap weer hergebruikt kan worden na terugkeer op aarde aan een parachute.
Op 12 oktober om 07:01 UTC werd de Soyuz-TMA 13 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Zarya module van het International Space Station.
Kosmonaut Richard Garriott maakte deel uit van ISS-Expeditie 18 en landde op 24 oktober met de Soyuz-TMA 12 veilig op de Steppe van Kazachstan. De andere twee kosmonauten en Charles Simonyi van de Soyuz-TMA 14 landden op 8 april 2009 met de Soyuz-TMA 13 veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r: Richard Garriott, Yury Lonchakoven Michael Fincke.
De onderzoeksatelliet IBEX (Interstellar Boundary Explorer) werd op 19 oktober om17:47 UTC gelanceerd vanaf het vliegtuig de L-1011 Stargazer door een Pegasus-XL raket.
Deze NASA missie heeft als wetenschappelijk doel de aard van de interacties door middel van Energetic Neutral Atoms (ENAs) tussen de zonnewind en de interstellaire ruimte aan de rand van het zonnestelsel in kaart te brengen en maakt deel uit van het Small Explorer program.
De ISRO lanceerde op 22 oktober om 00:52 UTC een PSLV raket vanaf Satish Dhawan Space Centre met aan boord de Chandrayaan 1.
Deze satelliet werd in een baan om de maan gebracht op 8 november om onderzoek aldaar te doen. Op 14 november werd de Moon Impact Probe (MIB) losgekoppeld van de satelliet die op de Zuidpool een gecontroleerde landing maakte en werd daarmee het vierde land dat op de maan landde.
Het was de bedoeling dat de missie twee jaar zou gaan duren, maar na ruim een jaar op 29 augustus 2009 werden de laatste signalen ontvangen, de satelliet kampte al een tijdje met problemen. Hoewel de missie qua tijd net een jaar duurde werden 95% van de doelen bereikt en is ontdek dat er watermoleculen in de maangrond wijdverbreid aanwezig zijn.
De Chandrayaan-1 werd met een PSLV-XL raket gelanceerd en dit was de eerste lancering van dit type raket, de lancering was om 00:52 UTC op 22 oktober vanaf Satish Dhawan Space Centre.
Het ontwerp en de exploitatie is geheel door de Indian Space Research Organisation (ISRO) uitgevoerd.
De PSLV-XL is een viertraps raket met een verscheidenheid aan laadvermogens van 3.800 kilogram in een LEO en 1.800 kilogram zon-synchrone baan. Daarnaast beschikt deze raket over zes strap-on boosters met een vermogen van totaal 12 ton drijfgas.
Op 15 november om 00:55 UTC werd de bemande Space Shuttle Endeavour gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht was de MPLM Leonardo vrachtmodule, een satelliet en zeven astronauten die een missie hadden om het International Space Station verder uit te breiden en te onderhouden. Na een vlucht bijna twee dagen koppelde de Endeavour aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Na een verblijf van ruim elf dagen in het ISS ontkoppelde Endeavour op 28 november en maakte op 30 november een geslaagde landing op Edwards Air Force Base. Astronaut Sandra Magnus bleef achter in het ISS en Gregory Chamitoff van STS-124 ging mee terug naar de aarde.
Foto v.l.n.r.: Sandra Magnus, Stephen Bowen, Donald Pettit, Christopher Ferguson, Eric Boe, Robert Kimbrough en Heidemarie Stefanyshyn-Piper.