De geschiedenis van 2006
De eerste NASA missie naar de dwergplaneet Pluto begon met de lancering van de New Horizons vanaf Cape Canaveral door een Atlas V raket op 19 januari om 19:00 UTC. De sonde is onderdeel van het New Frontiers program en deed ook onderzoek naar de manen van Pluto en naar objecten in de Kuipergordel.
Op 28 februari 2007 kwam de sonde dicht langs de planeet Jupiter, de afstand is 2,3 miljoen kilometer. Tijdens deze zogenaamde flyby werd er onderzoek verricht naar niet alleen Jupiter maar ook naar zijn manen. Ruim een jaar later op 8 juni 2008 passeerde de ruimtesonde Saturnus en Uranus werd op 18 maart 2011 gepasseerd.
In 2011 werden er twee nieuwe manen ontdekt bij Pluto, de maan Kerberos en Styx.
Op 25 augustus 2014 is de New Horizons langs de planeet Neptunus gevlogen op weg naar zijn eindbestemming Pluto. Na een lange reis vloog op 14 juli 2015 de sonde op een afstand van 12.500 kilometer langs Pluto en observeerde al vanaf januari 2015 deze dwergplaneet.
Na de scheervlucht langs Pluto gaat de New Horizons op weg naar een nieuwe bestemming een scheervlucht langs (486958) 2014 MU69. Dit object staat beter bekend als Ultima Thule en kreeg later de officiële naam Arrokoth en de New Horizons scheerde op 1 januari 2019 langs dit object in de Kuipergordel.
De Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA lanceerde op 21 februari om 21:28 UTC de Akari satelliet vanaf Uchinoura Space Center. Deze infraroodtelescoop was ontwikkeld door een samenwerkingsverband tussen de JAXA en onderzoeksinstituten uit Europa en Korea.
Het doel van de Astro-F en later Akari genaamd was het opnieuw in kaart brengen van de infraroodkaart van het heelal omdat de kaart die gemaakt was door de IRAS infraroodtelescoop te beperkt was geworden.
De levensduur van de ruimtetelescoop werd behoorlijk verkort door een storing in een sensor, waardoor de deksel van de telescoop later werd geopend dan de bedoeling was.
SpaceX lanceerde op 24 maart om 22:30 UTC de eerste Falcon 1 raket vanaf Omelek eiland. Door een motobrand kort na de lancering verloor de raket vermogen de oorzaak was een gecorrodeerde bout in het brandstofleidingsysteem.
De Falcon 1 raket is ontwikkeld en gemaakt door de firma SpaceX en wil met de exploitatie van deze raket de ruimtevaartkosten terugbrengen voor de reguliere ruimtevaartorganisaties.
De Falcon 1 is een tweetraps raket met vloeibare brandstof en waarvan de eerste trap weer hergebruikt kan worden na terugkeer op aarde aan een parachute.
Op 30 maart om 02:30 UTC werd de Soyuz-TMA 8 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Zarya module van het International Space Station. De kosmonauten Pavel en Jeffrey maakten deel uit van ISS-Expeditie 13.
Kosmonaut Marcos Pontes bleef achter in het ruimtestation terwijl Anousheh Ansari van de Soyuz-TMA 9 samen met de andere twee kosmonauten op 29 september van de Soyuz-TMA 8 veilig op de Steppe van Kazachstan landden.
Foto v.l.n.r: Marcos Pontes, Pavel Vinogradov, en Jeffrey Williams.
Na bijna een jaar sinds het Space Shuttle programma was stilgelegd werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd op 4 juli om 18:37 UTC vanaf Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren vrachtmodule Leonardo (MPLM) en zeven astronauten die en een missie hadden om het International Space Station verder uit te breiden en te bevoorraden. Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Discovery aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Na een verblijf van ruim acht dagen in het ISS ontkoppelde Discovery op 15 juli en maakte op 17 juli een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility. Thomas bleef achter in het ruimtestation hij maakte deel uit van ISS-Expeditie 13.
Foto v.l.n.r.: Stephanie Wilson, Michael Fossum, Steven Lindsey, Piers Sellers, Mark Kelly, Thomas Reiter en Lisa Nowak.
Op 12 juli werd de Amerikaanse Genenis I gelanceerd vanaf Dombarovsky Air Base om 14:53 UTC.
De experimentele onbemande capsule van de firma Bigelow Aerospace was de eerste capsule die het bedrijf in een baan om de aarde bracht en testte diverse systemen, materialen en technieken die moesten helpen meebepalen of opblaasbare ruimte objecten haalbaar waren.
Het ruimtevaartuig heeft gedurende twee en een half jaar gegevens verstuurd.
Op 9 september om 15:14 UTC werd de bemande Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren de ITS P3/P4 Truss en zes astronauten die en een missie hadden om het International Space Station verder uit te breiden. Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Atlantis aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Tijdens deze missie werd de ITS P3/4 (Integrated Truss Structure) gemonteerd aan het ruimtestation.
Na een verblijf van ruim zes dagen in het ISS ontkoppelde Atlantis op 17 september en maakte op 21 september een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r.: Voorste rij; Christopher Ferguson en Brent Jett. Achterste rij; Heidemarie Stefanyshyn-Piper, Joseph Tanner, Daniel Burbank en Steven MacLean.
Foto v.l.n.r: Michael López-Alegría, Mikhail Tyurin en Anousheh Ansari.
Op 18 september om 04:08 UTC werd de Soyuz-TMA 9 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Zvezda module van het International Space Station. Michael en Mikail maakten deel uit van Expeditie 14.
De Soyuz is twee maal verplaats, dat was op 10 oktober naar de Zarya module en weer terug naar de Zvezda op 29 maart 2007.
Kosmonaut Anousheh Ansari bleef achter in het ruimtestation en kosmonaut Charles Simonyi van de Soyuz-TMA 10 landde veilig samen met de andere twee kosmonauten, op 21 april 2007 met de Soyuz-TMA 9 op de Steppe van Kazachstan.
De Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA lanceerde op 22 september om 21:36 UTC de Hinode satelliet vanaf Uchinoura Space Center.
Deze ruimtetelescoop is de opvolger van de Yohkoh en is een missie van de JAXA, NASA en de Britse ruimtevaartorganisatie en deed onderzoek naar de zon.
Het driejarige onderzoek richtte zich op de processen in de corona en de samenhang van de veranderingen in het magnetisch veld van de zon.
Op 19 oktober om 16:28 UTC werd de eerste Soyuz-2.1a/Fregat raket gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze drietrapsraket met vier strap-ons had een hoogte van 46,3 meter en een doorsnede van 10,3 meter kon een lading van 4.450 kilogram in een zon synchrone omloopbaan te brengen.
Dit vernieuwde type raket heeft meerdere verbeteringen waarbij overgestapt is van analoge naar digitale technieken.
Op 26 oktober werden twee vrijwel identieke satellieten om 00:52 UTC gelanceerd vanaf Cape Canaveral.
De Stereo A en Stereo B (Solar Terrestrial Relations Observatory) maakten driedimensionale beelden van de zon en men hoopte op deze manier meer inzicht te krijgen in de magnetische stormen die er op de zon zijn.
Op 10 december om 01:47 UTC werd de bemande Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren de ITS P5 Truss, vrachtmodule Spacehab en zeven astronauten die en een missie hadden om het International Space Station verder uit te breiden en te bevoorraden. Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Discovery aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS. Sunita maakte deel uit van ISS-Expeditie 14.
Tijdens deze missie werd de ITS P5 (Integrated Truss Structure) gemonteerd aan het ruimtestation.
Na een verblijf van ruim zeven dagen in het ISS ontkoppelde Discovery, zonder astronaut Sunita Williams, op 19 december en maakte met de overige astronauten en Thomas Reiter van STS-121 op 22 december een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r.: Voorste rij; William Oefelein, Joan Higginbotham, en Mark Polansky. Achterste rij; Robert Curbeam, Nicholas Patrick, Sunita Williams en Christer Fuglesang.
De ESA ruimtetelescoop CoRoT (Convection, Rotation and planetary Transits) onder leiding van de Franse ruimtevaartorganisatie CNES werd op 27 december om 14:38 UTC gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De missie had twee wetenschappelijke doelen namelijk:
- Het opsporen van planeten die rond andere sterren dan de zon draaien;
- Het meten en waarnemen van trillingen van sterren ook wel stellaire seismologie genaamd.
Ruimtetelescoop RoCoT had een verwachte levensduur van 30 maanden maar na een verlening tot 2013 werd deze in juni 2014 uitgeschakeld.