De geschiedenis van 2002
De NASA lanceerde op 5 februari om 20:58 UTC de Reuven Ramaty High Energy Solar Spectroscopic Imager (RHESSI) satelliet vanaf Cape Canaveral.
Deze zonobservatie satelliet was ontwikkeld om zonnevlammen in beeld te brengen in het gebied van de röntgenstraling en de gammastraling en onderdeel van het Small Explorer program (SMEX).
De satelliet werd vernoemd naar Reuven Ramaty die pionier was op het gebied van hoogenergetische zonnefysica.
Op 1 maart om 11:22 UTC werd de Space Shuttle Columbia gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren de zeven astronauten die de missie hadden om onderhoud aan de Hubble Space Telescope te plegen en was hiermee de vierde onderhoudsbeurt van de telescoop.
De werkzaamheden bestonden uit het installeren van een nieuwe Advanced Camera for Surveys, het plaatsen van nieuwe zonnepanelen, het plaatsen van een nieuwe Power Control Unit en een experimentele koeler voor de Near Infrared Camera and Multi Object Spectrometer.
Na een geslaagde onderhoudsmissie van elf dagen landde de Columbia op 12 maart op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r.: Michael Massimino, Richard Linnehan, Duane Carey, Scott Altman, Nancy Currie, John Grunsfeld en James Newman.
China lanceerde op 25 maart om 14:15 UTC vanaf Jiuquan Satellite Launch Center een onbemande ruimtecapsule, de Shenzhou 3.
Het doel van deze missie was het testen van de apparatuur aan boord van de capsule. Hoewel het een onbemande vlucht was, was er toch een dummy aanwezig die menselijke gegevens simuleerde en doorzond naar het Chinese controlecentrum op aarde.
Na bijna zeven dagen en 107 rondjes om de aarde landde de onbemande capsule op 1 april in Binnen-Mongolië.
Op 8 april om 20:44 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de S0 Truss en zeven astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden.
Tijdens deze missie werd de S0 Truss gemonteerd aan het ruimtestation.
Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Atlantis aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Na een verblijf van bijna elf dagen in het ISS ontkoppelde de Atlantis op 17 april en maakte op 19 april op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r.: Voorste rij; Stephen Frick, Ellen Ochoa, en Michael Bloomfield. Achterste rij; Steven Smith, Rex Walheim, Jerry Ross en Lee Morin.
Op 25 april om 06:26 UTC werd de Soyuz-TM 34, tevens laatste Soyuz-TM, gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Zarya module van het International Space Station.
Alle kosmonauten bleven achter in het ISS en Sergie Zalyotin, Frank De Winne en Yuri Lonchacov die met de Soyuz-TMA 1 waren gekomen landden veilig op 9 november met de Soyuz-TM 34 veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Mark Shuttleworth, Yuri Gidzenko en Roberto Vittori.
De eerste lancering van de Shavit-1 raket was vanaf Palmachin Airbase op 28 mei om 15:25 UTC.
Deze drietraps raket van de Israëlische Space Agency wordt voortgedreven door motoren die werken op een vaste brandstof kan een lading tot 225 kilogram in een lage baan om de aarde brengen (LEO).
De raket was 18 meter hoog en had een diameter van 1,35 meter.
Foto v.l.n.r.: Kenneth Cockrell, Paul Lockhart, Philippe Perrin, Franklin Chang-Diaz, Peggy Whitson, Valery Korzun en Sergei Treschov.
Op 5 juni om 21:22 UTC werd de Space Shuttle Endeavour gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren de vrachtmodule Leonardo MPLP, het MBS platform en zeven astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden en te bevoorraden. Drie van de zeven astronauten behoorden tot de ISS-Expeditie 5.
Tijdens deze missie werd het MBS platform (Mobile Remote Servicer Base System) voor de robotarmen (Canadarm) gemonteerd aan het ruimtestation.
Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Endeavour aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Na een verblijf van bijna zeven dagen in het ISS ontkoppelde de Endeavour op 15 juni en maakte op 19 juni op Edwards Air Force Base. De astronauten van ISS-Expeditie 5 Peggy Whitson, Valery Korzun en Sergei Treschov bleven in het ISS en de astronauten van ISS-Expeditie 4 (STS-108) Yuri Onufriyenko, Carl Walz en Daniel Bursch en de vier andere astronauten van de STS-111 landden op Edwards Air Force Base.
Foto vl.n.r.: Valery Korzun, Peggy Whitson en Sergei Treschov.
De NASA komeetsonde CONTOUR werd vanaf Cape Canaveral op 6 juli om 06:47 gelanceerd.
De COmet Nucleus TOUR (CONTOUR) komeetsonde zou langs de twee kometen Encke en Schwassmann-Wachmann vliegen voor wetenschappelijk onderzoek met als derde optie de komeet d’Arrest. Echter nadat de raketmotor de sonde in een omloopbaan zou brengen werd de communicatie met de sonde verbroken.
Middels telescopen op de aarde werden fragmenten rond de sonde gezien en werd gespeculeerd dat deze uiteen was gevallen en werd de missie op 20 december beëindigd.
Op 21 augustus om 22:05 UTC werd de eerst Atlas V raket vanaf Cape Canaveral gelanceerd en is hiermee de vijfde generatie van de Atlas raket familie.
De eerste trap van deze raket met een doorsnede van 3,8 meter is van Russische makelij, maar dan wel gebouwd in de Verenigde Staten. De tweede trap is een Centaur upper stage met een diameter van 1,68 meter.
De lading die vervoerd kan worden, met de payload fairing, van deze raket kan worden aangepast qua diameter en lengte afhankelijk van het te vervoeren object.
Vanaf Taiyuan Satellite Launch Center werd op 15 september om 10:23 UTC de eerste Kaituozhe-1 raket gelanceerd.
Deze Chinese viertrapsraket had een hoogte van 13,6 meter met een diameter van 1,4 meter en kon een lading van 100 kilogram in lage omloopbaan brengen en was gebaseerd op de DF-21 (NATO – CSS-5) mobile raket.
Tijdens de lancering waren er technische problemen met de tweede trap van de raket waardoor de lancering mislukt.
Op 7 oktober om 10:46 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren de S1 Truss en zes astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden.
Tijdens deze missie werd de S1 Truss gemonteerd aan het ruimtestation.
Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Atlantis aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Na een verblijf van bijna zeven dagen in het ISS ontkoppelde de Atlantis op 16 oktober en maakte op 18 oktober op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility
Foto v.l.n.r.: Sandra Magnus, David Wolf, Pamela Melroy, Jeffrey Ashby, Piers Sellers en Fyodor Yurchikhin.
Vanaf Baikonur Cosmodrome werd op 17 oktober om 04:41 UTC de INTEGRAL gelanceerd.
Deze ruimtelescoop INTEGRAL (INTErnational Gamma-Ray Astrophysics Laboratory) van de Europese ruimtevaart organisatie in samenwerking met NASA en Roscosmos deed onderzoek naar gammastraling en zal naar verwachting dat blijven doen tot 2029 waarna deze in de aardse atmosfeer zal verbranden.
Aan boord van de ruimtetelescoop zijn vier instrumenten:
- SPI – SPectrometer INTEGRAL
- IBIS – Imager on-Board the INTEGRAL Satelliet
- JEM-X – röntgenstraling monitor
- OMC – optische camera
Op 30 oktober om 03:11 UTC werd de Soyuz-TMA 1, en was de eerste Soyuz-TMA capsule, gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Piris module van het International Space Station.
Alle kosmonauten bleven achter in het ISS en Nikolai Budarin, Kenneth Bowersox en Donald Pettit die met de STS-113 waren gekomen landden veilig op 4 mei 2003 met de Soyuz-TMA 1 veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Yuri Lonchakov, Sergei Zalyotin en Frank De Winne.
Vanaf Cape Canaveral werd op 20 november om 22:39 UTC de eerste Delta IV M+(4,2), ook wel Delta 9240 genaamd, raket gelanceerd van de Delta IV serie.
De tweetrapsraket is voorzien van twee strap-on boosters om zo meer lading te kunnen lanceren.
De lading die vervoerd kan worden is 11.920 kilogram voor een lage omloopbaan (LEO) en 6.270 kilogram voor en geostationaire omloopbaan (GTO).
Foto v.l.n.r.: Voorste rij: James Wetherbee, Paul Lockhart, Michael. Achterste rij: López-Alegría en John Herrington.
Op 24 november om 00:49 UTC werd de Space Shuttle Endeavour gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. Aan boord van deze vlucht waren de P1 Truss en zeven astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden.
Tijdens deze missie werd de P1 Truss gemonteerd aan het ruimtestation.
Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Endeavour aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.
Na een verblijf van bijna zeven dagen in het ISS ontkoppelde de Endeavour op 2 december en maakte op 7 december op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
De astronauten van Expeditie 6 Nikolai Budarin, Kenneth Bowersox en Donald Pettit bleven in het ISS en de astronauten van Expeditie 5 (STS-111) Peggy Whitson, Valery Korzun en Sergei Treschov en de vier andere astronauten van de STS-111 landden op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Donald Pettit , Kenneth Bowersox en Nikolai Budarin.
Op 29 december om 16:40 UTC werd de onbemande ruimtecapsule Shenzhou 4 gelanceerd vanaf Jiuquan Satellite Launch Center.
Dit was de vierde onbemande testvlucht van China en de tweede dit jaar.
Hoewel het een onbemande vlucht was, waren er toch twee dummy’s aanwezig die menselijke gegevens simuleerde en doorzond naar het Chinese controlecentrum op aarde.
Na bijna zeven dagen en 108 rondjes om de aarde landde de onbemande capsule op 5 januari 2003 in Binnen-Mongolië.