De geschiedenis van 1985
Een Mu-3S-II raket schoot het eerste Japanse interplanetaire ruimtevaartuig richting de komeet Halley.
De sonde Sakigake werd gelanceerd op 7 januari om 19:27 UTC vanaf de lanceerbasis Kagoshima Space Center. Het was voor het eerst dat een niet Amerikaans object richting Deep Space werd genavigeerd.
De sonde vloog op 11 maart langs de komeet Halley om daar gegevens van te verzamelen. Het laatst contact was op 15 november 1995 en op 7 januari 1999 werd het laatste beacon signaal ontvangen van deze sonde.
Op 24 januari om 19:50 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren een satelliet en vijf astronauten. De satelliet werd dezelfde dag nog in de ruimte geplaatst.
Na een verblijf van drie dagen maakte de Discovery op 27 januari een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r: Knielend; Loren Schriver en Thomas Mattingly. Staand; Gary Payton, James Buchli en Ellison Onizuka.
Op 12 april om 13:59 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren twee satellieten en zeven astronauten. De satellieten werden dezelfde dag nog in de ruimte geplaatst, echter een satelliet had technische problemen en werd in een lagere baan geplaatst om later te repareren, tijdens de STS-51I vlucht.
Na een verblijf bijna zeven dagen maakte de Discovery op 19 april een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r: Knielend; Karol Bobko, Donald Williams, Rhea Seddon en Jeffrey Hoffman Staand; David Griggs, Charles Walker en Jake Garn.
De Sovjet Unie lanceerde op 13 april om 08:00 uur de eerste Zenit-2 raket vanaf Baikonur Cosmodrome, echter mislukt de lancering.
Deze tweetrap Sovjet raket is ontworpen in de Ukraine heeft een hoogte van 57 meter een diameter van 3,9 meter en kan 13.740 kilogram lading in een lage omloopbaan en 5.000 kilogram in een zon-synchrone omloopbaan brengen.
De Zenit-2 werd gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome en de in aanbouw zijnde lanceerbasis in Plesetsk Cosmodrome werd stop gezet toen de Sovjet Unie uiteen viel.
Foto v.l.n.r: Zittend; Robert Overmyer en Frederick Gregory. Staand; Don Lind, Taylor G. Wang, Norman Thagard, William Thornton en Lodewijk van den Berg.
Op 29 april om 16:02 UTC werd de Challenger gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de LM 1, twee kleine satellieten en zeven astronauten. Deze missie, ook wel Spacelab-3 genoemd en is de tweede ESA vlucht naar met het ruimtelaboratorium wat nu tevens volledig operationeel functioneert.
De uitzettingen van de satellieten ging voor een niet vlekkeloos door technische problemen, deze werd weer mee terug naar aarde getransporteerd.
De Astronaut Lodewijk van den Berg was de eerste in Nederland geboren astronaut die de ruimte in ging, maar omdat hij was genaturaliseerd tot Amerikaan was hij niet de eerst Nederlander die de ruimte in werd geschoten.
Na een verblijf bijna zeven dagen maakte de Challender op 6 mei een geslaagde landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Viktor Savinykh en Vladimir Dzhanibekov.
Op 6 juni om 06:39 UTC werd de Soyuz-T 13, expeditie Salyut 7 EO-4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelden twee dagen later aan het ruimtestation Salyut 7 van de Sovjet Unie.
De communicatie met het ruimtestation was op 11 februari weggevallen en verloor hoogte maar zou niet volledig verbranden in de dampkring en mogelijk neerstorten op land. Ook maakte de Sovjetregering zich zorgen dat de nieuwste technologie in handen van de Amerikanen konden komen, daarom werd er een reddingsteam gelanceerd. Na een geslaagde koppeling aan de dode Salyut 7 en reparaties slaagden de kosmonauten eind juli erin het ruimtestation weer operationeel in de juiste omloopbaan te brengen.
De kosmonaut Viktor Savinykh bleef achter in de Salyut 7 en de andere kosmonaut en Georgi Grechko van de Soyuz-T 14 landden veilig op 26 september op de steppe van Kazachstan.
Op 17 juni om 11:33 UTC werd de Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de SPARTAN 101, drie satellieten en zeven astronauten. Tijdens deze missie werden de drie satellieten op de lanceerdatum en een dag later werd de eerste vlucht van de astronomiesatelliet SPARTAN 101 uitgezet in de ruimte. De SPARTAN 101 werd enkele dagen later weer geborgen en in het vrachtruim geplaatst.
Na een verblijf bijna zeven dagen maakte de Discovery op 24 juni een geslaagde landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r: Knielend; Daniel Brandenstein en John Creighton. Staand; Shannon Lucid, Steven Nagel, John Fabian, Sultan Salman Al-Saud en Patrick Baudry.
Vanaf Guiana Space Centre werd de ESA sonde Giotto op 2 juli om 23:26 gelanceerd door een Ariane-1 raket vanaf lanceerbasis Guina Space Centre.
De missie van deze ruimtesonde was het bestuderen van de komeet Halley.
In 1304 was de schilder Giotto di Bondone waarschijnlijk onder de indruk van deze komeet en schilderde toen het doek “Aanbidding door de wijzen”. De naam van deze sonde is daar een herinnering aan.
Na bijna een jaar vliegt de ruimtesonde op 14 maart 1986 langs de komeet Halley op een afstand van een kleine 600 kilometer.
Nadat de sonde Giotto had bestudeerd werden de wetenschappelijke instrumenten uitgezet om in 1990 weer te worden geactiveerd. De sonde is toen richting de komeet Grigg-Skjellerup genavigeerd waar deze op 10 juli 1992 op een afstand van 200 kilometer langs vloog. Hierna zijn de instrumenten definitief uitgezet.
Foto v.l.n.r: Voor; Gordon Fullerton en Roy Bridges. Staand; Anthony England, Karl Henize, Story Musgrave, Loren Acton en John-David Bartoe.
Op 29 juli om 21:00 UTC werd de Challenger gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Tijdens de lancering waren er meerdere sensorstoringen in de RS-25 motoren en moest er een “Abort to Orbit” (ATO) noodprocedure worden uitgevoerd. De missie kon wel plaatsvinden maar dan in een lagere omloopbaan.
Aan boord van deze Spacelab 2 missie waren een ruimtetelescoop, onderzoekmodules, een satelliet en zeven astronauten. Tijdens deze missie werd de Plasma Diagnostics Package (PDP) op 1 augustus uitgezet en enkele dagen later weer geborgen en in het vrachtruim geplaatst.
In de onderzoekmodules werden experimenten uitgevoerd waaronder die van Coca Cola en Pepsi, zij wilden een Cola maken voor astronauten.
De infraroodtelescoop observeerde het heelal voor ongeveer 60%.
Na een verblijf bijna acht dagen maakte de Challenger op 6 augustus een geslaagde landing op Edwards Air Force Base.
Op 18 augustus om 23:33 UTC werd de Japanse ruimtesonde Suisei gelanceerd vanaf lanceerbasis Kagoshima Space Center.
Qua uiterlijk en structuur was de sonde gelijk aan de Sakigake die in januari naar de komeet Halley werd gestuurd, maar de apparatuur en het doel waren anders.Deze komeetsonde als je die zo mag noemen richtte zich niet direct op de komeet maar op de zon, het doel was namelijk om 30 dagen voordat komeet Halley passeerde foto’s te maken de zon en 30 dagen nadat Halley was gepasseerd.
De foto’s leverden beelden op in het ultraviolette spectrum van de waterstof van de corona van onze zon. Ook zonnewindparameters aan boord van de Suisei leverden gedurende een langere tijd gegevens op, dit alles om de invloed van de komeet Halley op de zon te observeren.
Nadat de missie voorbij was, waren er plannen om de sonde richting 21P/Giacobini-Zinner en 55P/Tempel-Tuttle te sturen, echter omdat de brandstof was opgeraakt belanden deze plannen in de prullenbak.
Op 27 augustus om 10:58 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren drie satellieten en vijf astronauten. Twee van satellieten werden dezelfde dag nog in de ruimte geplaatst. De derde werd tweedagen later in de ruimte gezet, echter na 40 uur functioneren viel deze uit.
De satelliet die tijdens vlucht STS-51D technische problemen had, werd gerepareerd en met succes in de juiste baan geplaatst.
Na een verblijf bijna zeven dagen maakte de Discovery op 19 april een geslaagde landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r: Voor; Joe Engle, Richard Covey en John Lounge. Achter; James van Hoften en William Fisher.
Op 17 september om 12:38 UTC werd de Soyuz-T 14 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Kosmonauten Alexander Volkov en Vladimir Vasyutin maakten deel uit van expeditie Salyut 7 EO-5.
De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan het ruimtestation Salyut 7 van de Sovjet Unie.
De kosmonaut Georgi Grechko bleef achter in de Salyut 7 en de kosmonauten Alexander Volkov, Vladimir Vasyutin en Viktor Savinykh van de Soyuz-T 13 landden veilig op 21 november op de steppe van Kazachstan. Dit was een voortijdige landing omdat een van de kosmonauten ziek was geworden.
Foto v.l.n.r.: Alexander Volkov, Vladimir Vasyutin en Georgi Grechko.
Op 27 september om 08:41 UTC werd de Kosmos 1686 (TKS 4) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig bestond uit twee delen. Het eerste deel was het VA-ruimtevaartuig en kon kosmonauten huisvesten tijdens de lancering en terugkeer naar aarde. Het tweede deel was het zogenaamde Functional Cargo Block (FGB) om een ruimtestation te bevoorraden. Deze keer was het VA gedeelte leeg gehaald en als vrach
De Kosmos koppelde aan de Salyut 7, het ontkoppelde weer en ging terug naar aarde waar het op 7 februari 1991 verbrandde in de atmosfeer.
Het vierde ruimteveer Atlantis begon aan zijn eerste vlucht op 3 oktober om 15:15 UTC vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren twee satellieten en vijf astronauten. De satellieten werden nog dezelfde dag in de ruimte gezet.
Na een verblijf van vier dagen landde de Atlantis veilig op 7 oktober op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Zittend; Robert Stewart, Karol Bobko en Ronald Grabe. Staand; David Hilmers en William Pailes.
Foto v.l.n.r.; Voor; Reinhard Furrer, Bonnie Dunbar, James F. Buchli en Henry Hartsfield. Staand; Steven Nagel, Guion Bluford, Ernst Messerschmid, en Wubbo Ockels.
Op 30 oktober om 17:00 UTC werd de Space Shuttle Challenger gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren een satelliet, de Spaclab LM 2 en acht astronauten.
Het primaire doel van deze missie was het uitvoeren van experimenten die gerelateerd waren aan de microzwaartekracht en werden in het ruimtelaboratorium Spacelab uitgevoerd. Op de lanceerdatum werd ook een satelliet uitgezet in de ruimte.
Met deze vlucht werd Wubbo Ockels (1945-2014) de eerste Nederlander die de ruimte in gelanceerd werd.
Wubbo Ockels begon in 1980 met zijn astronauten opleiding en na zijn ruimtevlucht is hij werkzaam geweest bij ESTEC in Noordwijk tot 1992. Op 18 mei 2014 is Ockels in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis overleden aan de gevolgen van niercelkanker.
Na een verblijf van zeven dagen landde de Challenger veilig op 6 november op Edwards Air Force Base.
Op 27 november om 00:29 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren drie satellieten en zeven astronauten.
Op de lanceerdatum werd de satellieten uitgezet in de ruimte. De resterende tijd werd doorgebracht met het testen van materialen ten behoeve van het construeren van constructies in de ruimte.
Na een verblijf van bijna zeven dagen landde de Atlantis veilig op 2 december op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.; Knielend; Bryan O’conner en Brewster Shaw. Staand; Charles Walker, Jerry Ross, Mary Cleave, Sherwood Spring en Rodolpho Neri Vela.