De geschiedenis van 1984
China lanceerde op 29 januari om 12:25 UTC de eerste Long March 3 (Chang Zheng 3) raket vanaf lanceerbasis Xichang Satellite Launch Center.
De Long March 3 is een drietrapsraket met een hoogte van 44,6 meter en een doorsnede van 3,35 meter.
Een lading van respectievelijk 1.450 of 5.000 kilogram kon in een geostationaire transfer of lage omloopbaan worden gebracht met deze raket.
Foto v.l.n.r: Zittend; Vance Brand en Robert Gibson. Staand; Robert Stewart, Ronald McNair en Bruce McCandless.
Op 3 februari om 13:00 UTC werd de Space Shuttle Challenger gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren twee satellieten, ruimtelaboratorium en vijf astronauten. De satellieten werden dezelfde dag nog in de ruimte geplaatst, echter kwamen niet in de juiste omloopbaan en werden met de STS-51A weer geborgen.
Astronaut McCandless maakte tijdens deze missie de eerste ruimtewandeling, zonder een borglijn, in de Manned Maneuvering Unit( MMU).
Voor de tweede keer werd de SPAS-1 meegenomen om uitgezet te worden, maar nu waren er elektrische problemen en ging de lading mee retour.
Onderzoek werd verricht in de Gateway Special (GAS) bussen en er werd een Integrated Rendezvous Target (IRT) de ruimte in gebracht, echter dit experiment slaagde deels.
Na een verblijf van bijna achtdagen maakte de Challenger op 11 februari een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Op 8 februari om 12:07 UTC werd de Soyuz-T 10, expeditie Salyut 7 EO-3 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Salyut 7 van de Sovjet Unie.
Alle drie de kosmonauten bleven achter in de Salyut 7, de kosmonauten van Soyuz-T 11 landden veilig op 11 april op de steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Oleg Atkov, Leonid Kizim en Vladimir Solovyov.
Op 3 april om 13:58 UTC werd de Soyuz-T 11, expeditie Salyut 7 EP-3 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Salyut 7 van de Sovjet Unie.
Alle drie de kosmonauten bleven achter in de Salyut 7, de kosmonauten van Soyuz-T 10 landden veilig op 2 oktober op de steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Rakesh Sharma, Yury Malyshev en Gennady Strekalov.
Foto v.l.n.r: Robert Crippen, Terry Hart, James van Hoften, George Nelson en Dick Scobee.
Op 6 april om 13:58 UTC werd de Space Shuttle Challenger gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren een technologiesatelliet en vijf astronauten. De satelliet werd dezelfde dag nog in de ruimte geplaatst voor langdurige onderzoeken en werd weer naar de aarde gebracht met de STS-32 in 1990.
Tijdens deze missie werd Solar Max, die in 1980 was gelanceerd, gepakt uit de ruimte, gerepareerd en weer in de ruimte plaatst.
Na een verblijf van bijna zevendagen maakte de Challenger op 13 april een geslaagde landing op Edwards Air Force Base.
Op 9 juni 23:03 UTC werd de eerste Atlas-G raket gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Tijdens de lancering van deze Amerikaanse tweetraps raket ging het fout, de brandstoftank splitste van de satelliet en tuimelden ze vier maanden lang als een omloopbaan en verbranden uiteindelijk in de atmosfeer, oorzaak van de mislukte lancering waren kleine haarscheurtjes.
Deze raket was 38 meter hoog, had een diameter van 3,05 meter en kon een lading van 3.680 kilogram in een lage omloopbaan of 2.255 kilogram in een geostationaire tranfser baan plaatsten.
Op 17 juli om 17:40 UTC werd de Soyuz-T 12, expeditie Salyut 7 EP-4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Salyut 7 van de Sovjet Unie.
De kosmonauten landden veilig op 29 juli op de steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Igor Volk, Svetlana Savitskaya en Vladimir Dzhanibekov.
De Europese ruimtevaartorganisatie ESA lanceerde de eerste Ariane 3 vanaf Guina Space Centre op 4 augustus om 13:32 UTC.
Deze raket is ontwikkeld door de Franse ruimtevaart organisatie (CNES), gebouwd door de Aérospatiale en werd gelanceerd door Arianespace. De raket is gelijktijdig ontwikkeld met de Ariane 2 en toont daardoor veel gelijkenis. Het moest ook mogelijk worden om twee satellieten te lanceren met deze raket. Ook hier speelde de kosten een belangrijke rol om zo zwaardere ladingen te lanceren tegen minder kosten per kilogram dan zijn voorganger de Ariane 1.
Het kon ladingen tot tot 2.700 kilogram in een geostationaire transferbaan (GTO) brengen. De drietrapraket met twee straps en met vaste en vloeibare motoren had een hoogte van 49,1 meter, een doorsnede van 3,8 meter en was een flexibelere draagraket dan zijn voorganger en was bedoeld om te concurreren met andere aanbieders.
Foto v.l.n.r: Zittend; Richard Mullane, Steven Hawley, Henry Hartsfield en Michael Coats. Staand; Charles Walker en Judith Resnik.
Op 30 augustus om 12:41 UTC werd voor de eerste keer de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren drie satellieten en zes astronauten. De satellieten werden dezelfde dag nog in de ruimte geplaatst.
Een andere vracht aan boord van de Discovery was de Office of Aeronautics and Space Technology 1 (OAST 1), het zonnepaneel werd uit het vrachtruim gestoken om zo experimenten te kunnen uitvoeren met de aanwezige verschillende zonnecellen.
Na een verblijf van zes dagen maakte de Discovery op 5 september een geslaagde landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r: Zittend; Jon McBride, Sally Ride, Kathryn Sullivan en David Leestma. Staand; Paul Scully-Power, Robert Crippen en Marc Garneau.
Op 5 oktober om 11:03 UTC werd voor de eerste keer de Space Shuttle Challenger gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren een satelliet en zeven astronauten. De satelliet werd dezelfde dag nog in de ruimte geplaatst.
Een andere vracht aan boord van de Challenger was de OSTA 3, dit was een experiment in de laadruimte die bestond uit Shuttle Imaging Radar-B (SIR-B) en was werd gebruikt voor het maken van foto’s van de aarde. Ook de MAPS camera behoorde erbij en was voor het meten van de luchtvervuiling en als laatste bestond de OSTA 3 uit camera’s voor locatiebepaling. Ook waren er enkel Gateway Special (GAS) bussen mee voor het uitvoeren van experimenten.
Na een verblijf ruim achtdagen maakte de Challenger op 13 oktober een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Op 8 november om 12:15 UTC werd voor de eerste keer de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren twee satellieten en vijf astronauten. De satellieten werden op de tweede en derde dag van de missie in de ruimte geplaatst.
De satellieten die tijdens de STS-41B werden uitgezet en niet functioneerden werden uit de ruimte gehaald en in het vrachtruim geladen en gingen mee terug naar aarde.
Na een verblijf bijna achtdagen maakte de Discovery op 16 november een geslaagde landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r: Zittend; Frederick Hauck. Staand; Dale Gardner, David Walker, Anna Fisher en Joseph Allen.
De Sovjet Unie lanceerde op 15 december om 09:16 UTC de Vega 1 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Vega 1 is een ruimtesonde van het Vega-programma en is een missie naar de planeet Venus en de komeet Halley.
Na een zes maanden door de ruimte hebben gevlogen kwam de Vega 1 aan bij Venus en ontkoppelde de Venus-lander op 11 juni 1985, waarna deze de atmosfeer indook en landde op de planeet bij een gemeten temperatuur van 467 graden Celsius. In de afdaling liet de Venus-lander een ballon los in de atmosfeer voor het verzamelen van gegevens. Nadat de Venus-lander 56 minuten op de planeet te hebben gestaan ging de communicatie verloren.
De Vega 1 gebruikte de zwaartekracht van Venus om zo richting de komeet Halley te gaan. Op 4 maart 1986 begon de Vega 1 foto’s te maken van de komeet en zond deze naar aarde en twee dagen later vloog de Vega 1 op dicht langs de komeet op 8.889 kilometer afstand en verzamelde gegevens van de Halley. De sonde vloog verder de ruimte in waarna op 30 januari 1987 het contact verloren ging omdat de brandstof op was geraakt.
De Sovjet Unie lanceerde op 21 december om 09:13 UTC de Vega 2 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Vega 2 is een ruimtesonde van het Vega-programma en is een missie naar de planeet Venus en de komeet Halley en is een gelijkenis van de Vega 1.
Na een zes maanden door de ruimte hebben gevlogen kwam de Vega 2 aan bij Venus en ontkoppelde de Venus-lander op 15 juni 1985, waarna deze de atmosfeer indook en landde op de planeet bij een gemeten temperatuur van 463 graden Celsius. In de afdaling liet de Venus-lander een ballon los in de atmosfeer voor het verzamelen van gegevens.
Nadat de Venus-lander 56 minuten op de planeet te hebben gestaan ging de communicatie verloren.
De Vega 2 gebruikte de zwaartekracht van Venus om zo richting de komeet Halley te gaan. Op 7 maart 1986 begon de Vega 2 foto’s te maken van de komeet en zond deze naar aarde en twee dagen later vloog de Vega op dicht langs de komeet op 8.030 kilometer afstand en verzamelde gegevens van de Halley. De sonde vloog verder de ruimte in waarna op 24 maart 1987 het contact verloren ging omdat de brandstof op was geraakt.