De geschiedenis van 1978
Op 10 januari om 12:26 UTC werd de Soyuz 27, expeditie Salyut 6 EP-1 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde een dag later aan het ruimtestation Salyut 6 van de Sovjet Unie.
De twee kosmonauten bleven achter in het ruimtestation en de bemanning van Soyuz 26 landden op 16 maart op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Vladimir Dzhanibekov en Oleg Makarov.
Vanaf lanceerbasis Cape Canaveral werd op 26 januari om 17:36 UTC de Explorer 57 gelanceerd.
Deze missie van de ESA, SRC en NASA, beter bekend onder de naam IUE (International Ultraviolet Explorer), was het eerste ruimteobservatorium dat primair ontworpen was om het ultraviolette elektromagnetische spectrum om real-time te observeren. Deze observaties gebeurden in de observatoria in Spanje en de USA en betroffen zonnestelsels, quasars en meer
Hiervoor werd een ruimtetelscope met een spiegel van 45 centimeter met als doel:
- Het verkrijgen van hoge-resolutiespectra van sterren.
- Het bestuderen van gasstromen in en rond binaire sterrensystemen.
- Zwakke sterren, sterrenstelsels en quasars met lage resolutie observeren.
- Spectra van planeten en kometen observeren.
- Herhaalde waarnemingen doen aan objecten met een variabel spectrum.
- De verandering van sterlicht door interstellair stof en gas bestuderen.
Op 2 maart om 15:28 UTC werd de Soyuz 28, expeditie Salyut 6 EP-2 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde een dag later aan het ruimtestation Salyut 6 van de Sovjet Unie.
De twee kosmonauten landden op 10 maart op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Aleksei Gubarev en Vladimir Remek.
Op 30 maart om 00:00 UTC werden de Kosmos 997 en de Kosmos 997 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze missie werden er twee onbemande terugkeer capsules, TKS-VA 5 en TKS-VA 6, getest. De VA (Vozvrashemui Apparat) module kan aan de FGB-module (vrachtmodule) van een TKS-ruimtevaartuig worden bevestigd of aan een Almaz-ruimtestation.
Nadat het was ontkoppeld van een FGB-module kon deze module maximaal 31 uur een autonome vlucht kunnen uitvoeren.
Op 4 april om 15:00 UTC werd de onbemande Kosmos 1001 (Soyuz-T T4) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze vierde testvlucht van de onbemande Sovjet Soyuz capsule stond in het teken van het testen van de vernieuwde systemen. De Soyuz capsule heeft een gewicht van 6.680 kilogram.
De onbemande capsule landde op 15 april op de Steppe van Kazachstan.
Een Altlas-Centaur raket lanceerde de Pioneer Venus Orbiter op 20 mei om13:13 UTC vanaf lanceerbasis Cape Canaveral en wordt ook wel aangeduid met Pioneer-12 of Pioneer-Venus-1. Op 4 december kwam deze onbemande sonde in een omloopbaan van de planeet Venus. In totaal werden er zeventien experimenten uitgevoerd door deze sonde. Ook deed de sonde in 1986 onderzoek naar de komeet Halley.
In mei 1992 begon de laatste missie van de Pioneer Venus Orbiter, de sonde werd in een lage baan gebracht totdat de brandstof opraakte en de sonde in augustus 1992 in de atmosfeer van deze planeet werd verbrandde.
Op 15 juni om 20:16 UTC werd de Soyuz 29, expeditie Salyut 6 EO-2 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde op 17 juni aan het ruimtestation Salyut 6 van de Sovjet Unie.
De twee kosmonauten bleven achter in het ruimtestation en de kosmonauten van Soyuz 31 landden op 3 september op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Aleksandr Ivanchenkov en Vladimir Kovalyonok.
Op 27 juni 01:12 UTC werd de eerste Atlas-F Agena-D raket gelanceerd vanaf lanceerbasis Vandenberg Air Force Base.
De raket is gebaseerd op de SM-65 intercontinentale ballistische raket.
Deze Amerikaanse tweetraps raket was 34 meter hoog, had een diameter van 4,9 meter en kon een lading van 2.300 kilogram in een lage omloopbaan plaatsten.
Het was de eerste lancering van dit type raket en tevens de laatste met aan boord de Seasat-1 satelliet.
Op 27 juni om 15:27 UTC werd de Soyuz 30, expeditie Salyut 6 EP-3 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde op 29 juni aan het ruimtestation Salyut 6 van de Sovjet Unie.
De twee kosmonauten landden op 5 juli op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Pyotr Klimuk en Miroslaw Hermaszewski.
Op 8 augustus om 07:33 UTC werd de Pioneer Venus Multiprobe gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral en wordt ook wel aangeduid met Pioneer-13 of Pioneer-Venus-2.
In deze sonde zat één grote en drie kleine sondes die na elkaar werden ontkoppeld op 16 november en 20 november. De vier sondes drongen tegelijk de atmosfeer van de planeet Venus binnen op 9 december.
De vier sondes stuurden de gegevens van de experimenten door naar de aarde en na ongeveer een uur verongelukten deze op de planeet.
Vanaf lanceerbasis Cape Canaveral werd op 12 augustus om 15:12 UTC de Explorer 59 gelanceerd.
De satelliet Is beter bekend onder naam van ISEE 3 (International Sun-Earth Explorer) en tijdens de ontwikkelingsfase als International Comentary Explorer en was de derde satelliet in het ISEE program.
Dit programma van de NASA en ESA onderzocht de interactie tussen de zonnewind en het aardse magnetische veld en doelstellingen waren:
- het onderzoeken van de relaties tussen zon en aarde aan de uiterste grenzen van de magnetosfeer van de aarde.
- om de structuur van de zonnewind in de buurt van de aarde en de schokgolf in detail te onderzoeken die het raakvlak vormt tussen de zonnewind en de magnetosfeer van de aarde.
- het onderzoeken van bewegingen van en mechanismen die in de plasmavellen werken.
- het onderzoek naar kosmische straling en de emissies van zonnevlammen in de interplanetair gebied in de buurt van één astronomische eenheid.
Na deze missie in 1982 startte de tweede missie ICE (International Cometary Explorer). Als eerste passeerde het ruimtevaartuig op 11 sept 1985 de plasmastaart van de komeet Giacobini-Zinner. In maart 1986 passeerde het ruimtevaartuig de komeet Halley.
Op 26 augustus om 14:51 UTC werd de Soyuz 31, expeditie Salyut 6 EP-4 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde op 28 augustus aan het ruimtestation Salyut 6 van de Sovjet Unie.
De twee kosmonauten bleven achter in het ruimtestation en de kosmonauten van de Soyuz 29 landden op 2 november op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Valery Bykovsky en Sigmun Jähn.
Op 4 september om 03:25 UTC werd door de Sovjet Unie de Venera 11 gelanceerd en de identieke Venera 12 werd op 14 september om 02:25 UTC gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
Beide ruimteschepen bestonden uit tweedelen. Het eerste deel was voor de voortstuwing, communicatie met aarde en met de lander, en was uitgerust met instrumenten. Het tweede deel was de Venus-lander welke ook met instrumenten was uitgerust voor onderzoek tijdens de afdaling naar de planeet en instrumenten voor onderzoek op de planeet.
De Venera 11 maakt op 25 december een zachte landing terwijl de Vernera 12 dat deed op 21 december.
Na een geslaagde landing werkte de Lander 11 anderhalf uur en de Lander 12 bijna 2 uur.
Op 13 november om 05:24 UTC werd de HEAO 2 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral en werd ook wel Einstein Observatory genoemd.
De High Energy Astronomy Observatory 2 (HEAO 2) was de tweede in de reeks van deze observatoria en had vier instrumenten aan boord:
- High Resolution Imaging camera;
- Imaging Propultion Counter;
- Focal Plane Crytal Spectrometer;
- Solid State Spectrometer.
Het observatorium had een gewicht van 3.130 kilogram en kwam op 26 mei 1982 weer in de aardse atmosfeer.