De geschiedenis van 1976
Op 15 januari om 05:34 UTC werd het NASA/DLR zonobservatorium gelanceerd vanaf Cape Canaveral.
De sonde werd in een heliocentrische baan gebracht om de zon te bestuderen en woog 376,5 kilogram waarvan de tien wetenschappelijke instrumenten 76,5 kilogram wegen.
De hoofd wetenschappelijke onderzoeken die werden uitgevoerd gingen over:
- de dichtheid, temperatuur en snelheid van de zonnewind;
- de elektrostatische en elektromagnetische golven;
- de intensiteit, richting en energie van protonen en zware deeltjes in straling te bepalen;
- astronomische metingen;
- de elektromagnetische golven die door de corona gaan om de dichtheid van elektronen en de intensiteit van het magnetisch veld bepalen.
Het grootste technische probleem van de missie was het oplossen van de hitte waaraan de Helios 2 werd blootgesteld als deze op 45.000.000 kilometer afstand van de zon die tot 370 graden Celsius kan oplopen. Door de conische zonnepanelen te kantelen en de “second surface mirrors” werd de temperatuur van de panelen naar acceptabel niveau gebracht.
De duur van de missie was anderhalf jaar maar dat werd ruimschoots overtroffen, op 3 maart 1980 was de communicatie weggevallen waarmee definitief een einde kwam aan de missie.
Vanaf lanceerbasis Kagoshima Space Center werd op 4 februari om 06:00 UTC de astronomie satelliet Corsa A gelanceerd.
Dit zou de eerste Japanse röntgen astronomie satelliet worden die kosmische röntgenstraling zou onderzoeken.
De satelliet woog 96 kilogram, een hoogte van 65 centimeter en een diameter van 80 centimeter.
Een technisch probleem met de raket maakte tijdens de lancering een einde aan de missie.
Op 22 juni om 18:04 UTC werd het laatste Almaz militaire ruimtestation de Salyut 5 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtestation Salyut 5 (OPS 3) met een lengte van 14,55 meter een diameter van 4,15 meter woog 19.000 kilogram was voorzien van een koppelingsmodule en twee zonnepanelen.
In februari 1977 werd het ruimtestation voor het laatst bezocht door kosmonauten hierna probeerde de Soyuz 25 nog te koppelen maar dat mislukte. Het ruimtestation werd kwam in de atmosfeer waarna het geheel verbrandde op 8 augustus 1977.
De Sovjets lanceerde op 6 juli om 12:08 UTC de Soyuz 21 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde een dag later aan de Salyut 5 en waren daarmee de eerste bewoners van het ruimtestation. De voornamelijk militaire missie werd vervroegd afgebroken omdat er de lucht in de Salyut 5 vervuild was geraakt met een bijtende geur waardoor de bemanning de ademhalingsmaskers moesten gebruiken.
De twee astronauten landden op 24 augustus op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Vitaly Zholobov en Boris Volynov.
Op 9 augustus om 15:04 UTC werd de Luna 24 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De Luna 24 missie van de Sovjet Unie naar de maan bestond uit twee delen. Het eerste was landen op de maan en daarna maanbodemmonsters terug naar aarde sturen.
De maanlander landde op 18 augustus op de maan in Mare Crisium (Sea of Crises) waarna een boorkop ongeveer twee meter de grond in ging en een bodemmonster nam. Het 170,1 gram bodemmonster werd in een capsule gedaan en ging verliet op 19 augustus de maan, waarna het op 22 augustus op aarde landde in Siberië.
De Sovjets lanceerde op 15 september om 09:48 UTC de Soyuz 22 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het was een militaire missie die in een afwijkende baan om de aarde was gebracht, het feit dat er NAVO oefeningen in Noorwegen waren is het waarschijnlijk de bedoeling geweest om deze oefeningen te observeren, maar dat blijft onduidelijk. Wel is het een feit dat de aan boord zijnde twee kosmonauten foto’s van Oost-Duitsland maakten omdat de omloopbaan zo was gekozen.
De twee astronauten landden op 23 september op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Vladimir Aksyonov en Valery Bykovsky.
De Sovjets lanceerde op 14 oktober om 17:39 UTC de Soyuz 23 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten zouden een koppeling maken met de Salyut 5, maar door technische problemen van het koppelingssysteem en brandstof te kort mislukte dit. De kosmonauten moesten zo snel mogelijk terug naar aarde omdat de batterijen slechts twee à twee en een halve dag elektriciteit konden leveren.
De twee astronauten landden op 16 oktober in het Tengizmeer in Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Vyacheslav Zudov en Valery Rozhdestvensky.
Op 29 november om 16:00 UTC werd de onbemande Kosmos 869 (Soyuz-T T3) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze derde testvlucht van de onbemande Sovjet Soyuz capsule stond in het teken van het testen van de vernieuwde systemen. De Soyuz capsule heeft een gewicht van 6.800 kilogram.
De onbemande capsule landde op 17 december op de Steppe van Kazachstan.
Op 15 december om 01:30 UTC werden de Kosmos 881 en de Kosmos 82 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze missie werden er twee onbemande terugkeer capsules, TKS-VA 1 en TKS-VA 2, getest. De VA (Vozvrashemui Apparat) module kan aan de FGB-module (vrachtmodule) van een TKS-ruimtevaartuig worden bevestigd of aan een Almaz-ruimtestation.
Nadat het was ontkoppeld van een FGB-module kon deze module maximaal 31 uur een autonome vlucht kunnen uitvoeren.