De geschiedenis van 1974
Op 16 februari om 05:00 UTC werd de eerste Japanse M-3C raket gelanceerd vanaf Kagoshima Space Center.
Deze drietrapsraket met 8 strap-ons met vaste brandstof en kon 195 kilogram aan lading in een lage omloopbaan brengen.
De hoogte van de raket was 20,2 meter met een diameter van 1,41 meter en woog totaal 41.600 kilogram.
De Sovjets lanceerden op 3 april om 07:30 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome de Kosmos 638.
Deze onbemande testvlucht met de Soyuz-ASTP 1 (Kosmos 638) maakte deel uit van het Amerikaanse – Sovjet programma Apollo–Soyuz Test Project (ASTP) wat tot een koppeling van bemande capsules moest leiden van deze grootmachten.
Het was een Soyuz 7K-TM capsule en was uitgerust met een speciaal ontworpen koppelingsmodule APAS-75 androgynous docking system.
Tijdens het laten ontsnappen van lucht uit de capsule bij de terug keer in de atmosfeer maakte het ruimtevaartuig onverwachte bewegingen waardoor er nog een testvlucht noodzakelijk was. De onbemande capsule landde op 13 april op de Steppe van Kazachstan.
Op 27 mei om 07:25 UTC werd de Kosmos 656 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze onbemande testvlucht van de Sovjet Unie met een Soyuz 7K-T capsule was ontwikkeld voor de vluchten naar het Almaz ruimtestations. Tijdens deze missie werd de koppelingsmodule getest en werden er meetgegevens verzameld.
De onbemande capsule landde op 29 mei op de Steppe van Kazachstan.
Op 29 mei om 08:56 UTC werd de Luna 22 (Ye-8-LS) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De Luna 22 missie van de Sovjet Unie naar de maan had camera’s aan boord en deed onderzoek naar:
- het magnetisch veld;
- de gammastraling op het oppervlak;
- de samenstelling van de maanrotsen;
- het zwaartekrachtveld;
- micrometeorieteten;
- kosmische straling.
De missie eindigde toen de brandstof opraakte op 2 september 1975.
De eerst Scout-E1 raket werd op 3 juni om 23:09 UTC gelanceerd vanaf lanceerbasis Vandenberg Air Force Base.
De Amerikaanse Scout-E1 was viertrapsraket met vaste brandstof en kon een lading van 200 kilogram in een lage omloopbaan brengen.
Op 25 juni om 22:38 UTC lanceerden de Sovjets de Salyut 3 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het was een militair Almaz ruimtestation aangeduid met OPS 2 en maakte gedetailleerde foto’s gemaakt de Agat spionage camera. De Sovjets waren bang dat het ruimtestation gekaapt zou worden en was daarom voorzien van een kanon.
De Salyut 3 verbrande op 24 januari 1975 in de atmosfeer bij terugkeer naar de aarde.
Op 3 juli om 18:51 UTC werd de Soyuz 14 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord twee kosmonauten koppelden de volgende dag aan het Sovjet militaire Almaz ruimtestation Salyut 3 en waren hiermee de eerste bewoners.
De twee kosmonauten landden op 19 juli op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.o.n.b.: Yuri Artyukhin en Pavel Popovich.
Op 6 augustus 00:02 UTC werd de onbemande Kosmos 670 (Soyuz-T T1) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze eerste testvlucht van de onbemande Sovjet Soyuz capsule stond in het teken van het testen van de vernieuwde systemen. De Soyuz capsule heeft een gewicht van 6.700 kilogram.
De onbemande capsule landde op 8 augustus op de Steppe van Kazachstan.
Op 12 augustus om 06:25 UTC werd de Kosmos 672 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome gelanceerd.
Deze tweede onbemande testvlucht van de Sovjets met de Soyuz-ASTP 2 (Kosmos 672) maakte deel uit van het Amerikaanse – Sovjet programma Apollo–Soyuz Test Project (ASTP) wat tot een koppeling van bemande capsules moest leiden van deze grootmachten.
Het was een Soyuz 7K-TM capsule en was uitgerust met een speciaal ontworpen koppelingsmodule APAS-75 androgynous docking system.
De testvlucht was nodig omdat er bij de vorige op 3 april er technische problemen waren, deze keer waren er geen problemen tijden de missie.
De onbemande capsule landde op 18 augustus op de Steppe van Kazachstan.
Op 26 augustus om 19:58 UTC werd de Soyuz 15 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord twee kosmonauten zouden de volgende dag aan het Sovjet militaire Almaz ruimtestation Salyut 3 koppelen. Er waren technische problemen met het koppelingssysteem waardoor het onmogelijk was aan de Salyut 3 te koppelen.
De twee kosmonauten landden op 19 juli op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Gennadi Sarafanov en Lev Dyomin.
Op 30 augustus om 14:07 UTC werd de ANS gelanceerd vanaf lanceerbasis Vandenberg Air Force Base.
Deze eerste Nederlandse satelliet genaamd Astronomische Nederlandse Satelliet (ANS) was een astronomie satelliet die onderzoek deed in het UV- en röntgenspectrum.
Aan boord waren drie instrumenten:
- UV spiegeltelescoop – UVX;
- Zachte röntgen telescoop – SXX;
- Harde röntgen telescoop – HXX.
Door een technisch probleem aan de vierde trap van de raket kwam de ANS in een verkeerde baan terecht, maar door het her programmeren van de boordcomputer kon zo goed als alle beoogde observaties worden uitgevoerd.
De waarnemingen werden gestaakt 27 april 1976 omdat de Nederlandse overheid de geldkraan had dichtgedraaid, dit was negen maanden langer dan de planning. Uiteindelijk verbrandde de ANS op 14 juni 1977 in de atmosfeer bij terugkeer naar aarde.
Op 28 oktober om 14:30 UTC werd de Luna 23 (Ye-8-5M) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De Luna 23 missie van de Sovjet Unie naar de maan bestond uit twee delen. Het eerste was landen op de maan en daarna maanbodemmonsters terug naar aarde sturen.
De maanlander landde op 6 november op de maan in Mare Crisium (Sea of Crises) maar raakte beschadigd waardoor deze niet meer correct functioneerde en een bodemmonster niet genomen konden worden en terug te sturen naar aarde.
De maanlander bleef functioneren tot 9 november nadat er een aangepast onderzoekprogramma was gemaakt.
China lanceerde op 5 november om 09:40 UTC de eerste Long March 2A vanaf lanceerbasis Jiuquan Satellite Launch Center.
De tweetrapsraket had een hoogte van 31,17 meter, een diameter van 3,35 meter en kon een lading van 1.800 kilogram in een lage omloopbaan brengen.
De raket was gebaseerd op ballistische raket DF-5 maar de lancering mislukte.
Op 2 december om 09:40 UTC werd de Soyuz 16 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord twee kosmonauten voerden testen uit ter voorbereiding van de Sovjet – Amerikaans koppeling in de ruimte.
De twee kosmonauten landden op 8 december op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Anatoly Filipchenko en Nikolai Rukavishnikov.
Op 10 december om 07:11 UTC werd het NASA/DLR zonobservatorium gelanceerd vanaf Cape Canaveral. De sonde werd in een heliocentrische baan gebracht om de zon te bestuderen en woog 370 kilogram waarvan de tien wetenschappelijke instrumenten 73,2 kilogram wegen.
De hoofd wetenschappelijke onderzoeken die werden uitgevoerd gingen over:
- de dichtheid, temperatuur en snelheid van de zonnewind;
- de elektrostatische en elektromagnetische golven;
- de intensiteit, richting en energie van protonen en zware deeltjes in straling te bepalen;
- astronomische metingen;
- de elektromagnetische golven die door de corona gaan om de dichtheid van elektronen en de intensiteit van het magnetisch veld bepalen.
Het grootste technische probleem van de missie was het oplossen van de hitte waaraan de Helios 1 werd blootgesteld als deze op 45.000.000 kilometer afstand van de zon die tot 370 graden Celsius kan oplopen. Door de conische zonnepanelen te kantelen en de “second surface mirrors” werd de temperatuur van de panelen naar acceptabel niveau gebracht.
De duur van de missie was anderhalf jaar maar dat werd ruimschoots overtroffen, op 7 januari 1981 werd een bericht gestuurd en de satelliet uitschakelde waarmee definitief een einde kwam aan de missie.
De civiele vlucht van het ruimtestation Salyut 4 (DOS 4) ging op 26 december om 04:15 UTC van start vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtestation van de Sovjet Unie was een kopie van de DOS 3 waarvan de missie mislukt was, maar deze missie was wel een succes.
Salyut 4 verbrande op 2 februari 1977 in de atmosfeer.