De geschiedenis van 1973
Op 8 januari om 06:55 UTC werd de Luna 21 (Ye-8 No.204) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De Luna 21 missie van de Sovjet Unie naar de maan bestond uit twee delen. Het eerste was landen op de maan en daarna een onbemand voertuig laten rijden voor onderzoek.
De maanlander landde op 15 januari op de maan in Le Monnier krater. Na drie uur ging de maanrover Lunokhod 2 op onderzoek uit en op 9 mei reed de maanrover per ongeluk ik een krater en werden de zonnepanelen met stof bedekt. Na een aantal mislukte pogingen de Lunokhod 2 te redden werd besloten op 3 juni deze als verloren te beschouwen waarmee een einde kwam aan de missie.
Op 3 april om 09:00 UTC lanceerden de Sovjets de Salyut 2 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het was een militair Almaz ruimtestation aangeduid met OPS 1 en na een paar weken verloor het hoogte en was ook de druk weggevallen waardoor het ruimtestation onbruikbaar was geworden.
De Salyut 2 verbrande op 28 mei in de atmosfeer bij terugkeer naar de aarde.
Op 6 april om 02:11 UTC werd de Pioneer 11 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Ruim een jaar na zijn voorganger lanceerde de NASA de Pioneer 11 die op 3 december 1974 langs Jupiter vloog om daarna naar de planeet Saturnus door te vliegen waar de sonde op 1 september 1979 op een afstand van 21.000km langs kwam.
De Pioneer 11 was net als Pioneer 10 voorzien van een gouden plaquette in het geval de sonde onderschept mocht worden door ander intelligent leven.
Op 30 september 1995 ging het contact met de sonde verloren omdat er problemen waren met de energie voorziening.
De Sovjet Unie lanceerde op 11 mei om 00:20 UTC de Kosmos 557 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Om het ruimtestation Salyut 3 (DOS 3) in de juiste omloopbaan te krijgen werden de motoren aangezet, echter deze verbruikte alle brandstof doot een technische fout waardoor de Salyut 3 oncontroleerbaar was geworden, waarna de Sovjets de Salyut 3 herbenoemde naar Kosmos 557.
De Salyut 3 verbrande op 22 mei in de atmosfeer bij terugkeer naar de aarde.
Het eerste Amerikaanse ruimtestation was de Skylab met een gewicht van 90.605 kilogram en werd op 14 mei om 17:30 UTC gelanceerd met een Saturnus-V raket vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Het was ook de laatste was van dit soort want al bij de lancering ging het mis, zo ging één zonnepaneel verloren, raakte een hitteschild beschadigd en bleef een ander zonnepaneel vast zitten. De eerste bemanning repareerde de schade zodat het ruimtestation operationeel kon blijven.
Na deze missie werd het ruimtestation in een stabiele baan gebracht, althans dat dacht men, want in 1977 bleek het station onbestuurbaar te zijn en steeds in een lagere baan terecht kwam. Op 11 juli 1979 kwam er definitief een einde, want Skylab verbrande bijna die dag in de atmosfeer. De overige brokstukken kwamen in de Indische Oceaan en op West-Australië terecht.
Op 18 mei om 11:00 UTC werd de eerste Soyuz-U gelanceerd vanaf lanceerbasis Plesetsk Cosmodrome.
Deze drietrapsraket met vier strap-ons van de Sovjet Unie is gebaseerd op de ballistische R-7 Semyorka raket. Het behoorde tot de betrouwbaarste raketten met een slagingspercentage van 97,3% en van de 786 lanceringen.
De Soyuz-U werd voor het eerst op 2 december 1974 ingezet voor bemande vluchten, dit was tijdens het Apollo-Soyuz Test Project (ASTP).
In april 2015 werd besloten dat dit type raket met pensioen kon gaan en werd de productie stopgezet, de laatste lancering was op 22 februari 2017.
Op 25 mei werd om 13:00 UTC de Skylab 2 gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Dit was de eerste bemande vlucht naar het Amerikaanse ruimtelaboratorium Skylab en werd ook Apollo-SLM 1 genoemd. Aan boord van de Command and Service Module 116 (CSM 116) waren drie astronauten van de Skylab-Expeditie 1 die een dag later aan het ruimtestation Skylabk oppelden.
Hun missie was het beschadigde Skylab repareren die was ontstaan tijdens de lancering van het ruimtestation en het uitvoeren van experimenten.
Na een geslaagde missie landden de astronauten op 22 juni in de Stille Oceaan.
Foto v.l.n.r: Joseph Kerwin, Charles Conrad en Paul Weitz.
Op 10 juni om 14:13 UTC werd de Explorer 49 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Deze Radio Astronomy Explorer B (RAE B) werd in een baan om de maan gebracht om zo storingen van aardse radiogolven te beperken.
De astronomie satelliet deed radioastronomische metingen van de planeten, zon en de Melkweg in het frequentiebereik van 25 kHz tot 13,1 MHz.
In augustus 1977 was er voor het laatst contact met deze 328 kilogram wegende maansatelliet.
De Sovjet Unie lanceerde op 15 juni om 06:00 UTC de Kosmos 573 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze onbemande tweede testvlucht van een Soyuz 7K-T ruimtevaartuig stond in het teken van testen ten behoeve van het Almaz ruimtestation.
Het ruimtevaartuig landde op 17 juni op de Steppe van Kazachstan.
Op 21 juli om 19:30 UTC werd de Mars 4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze Sovjet ruimtesonde naar de planeet Mars liep uit op een mislukking omdat er technische problemen waren met het toestel, waardoor deze niet in een baan om de rode planeet kwam maar er voorbij vloog.
Tijdens deze fly by op 10 februari 1977 werden wel foto’s gemaakt van de planeet.
De Sovjet Unie lanceerde op 25 juli om 18:55 UTC de Mars 5 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze tweede ruimtesonde naar de planeet Mars van de Sovjets verliep beter dan de vorige maar niet zonder problemen. De satelliet kwam op 12 februari 1974 in een baan om de rode planeet maar na enkele weken waren er technische problemen. Tijdens de manoeuvre om in een omloopbaan te komen is de ruimtesonde mogelijk geraakt door een micrometeoriet waardoor de druk in het instrumenten compartiment begon te lekken en de zender het uiteindelijk begaf.
Gelukkig werden er nog foto’s naar de aarde gestuurd voordat de zender stopt met de communicatie op 28 februari.
Op 28 juli werd om 11:10 UTC de Skylab 3 gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Dit was de tweede bemande vlucht naar het Amerikaanse ruimtelaboratorium Skylab en werd ook Apollo-SLM 2 genoemd. Aan boord van de Command and Service Module 117 (CSM 117) waren drie astronauten van Skylab-Expeditie 2 die een dag later aan het ruimtestation Skylab koppelden.
De missie voor de astronauten waren het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten op medisch gebied, zonwaarnemingen en andere experimenten.
Na een geslaagde missie landden de astronauten op 25 september in de Stille Oceaan.
Foto v.l.n.r: Owen Garriott, Jack Lousma en Alan Bean.
Voor de derde keer dit jaar lanceerden de Sovjets een ruimtesonde naar Mars, dit keer op 5 augustus om 17:45 UTC en wederom vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtevaartuig verschilde wel van de vorige tweeling Mars 4 en 5, het bestond namelijk uit een Marssonde en een Marslander. De Mars 6 had verschillende instrumenten aan boord voor onderzoek vanuit de ruimte en op de rode planeet.
Op 12 maart 1974 ontkoppelde de Marslander en de sonde voorbij de planeet vloog. De Marslander ging de atmosfeer in en zette de landing in waarbij het toestel data verstuurde. Tijdens de landing viel de communicatie weg, wat te wijten was aan een ontwerpfout in een chip en hiermee een einde kwam aan een geslaagde landing en missie.
De vierde en laatste Marssonde van de Sovjet Unie werd op 9 augustus om 17:00 UTC gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De Mars 7 was gelijk aan zijn voorganger nummer zes en bestond uit een Marssonde en een Marslander. De Mars 7 had verschillende instrumenten aan boord voor onderzoek vanuit de ruimte en op de rode planeet.
Op 9 maart 1974 ontkoppelde de Marslander en vloog voorbij de planeet. De Marslander was te vroeg ontkoppeld waardoor de lander Mars op 1300 kilometer miste.
Ook dit probleem was te wijten aan een ontwerpfout in een chip zodat ook hier een einde kwam aan een geslaagde landing en missie.
Op 27 september om 12:18 UTC werd de Soyuz 12 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord twee kosmonauten van deze Sovjet bemande testvlucht was de eerste na het ongeluk met de Soyuz 11 in 1971.
De twee kosmonauten landden op 29 september op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Oleg Makarov en Vasili Lazarev.
China lanceerde op 18 september om 12:12 UTC de eerste Feng Bao (FB-1) vanaf lanceerbasis Jiuquan Satellite Launch Center.
De raket was een afgeleide van de intercontinentale ballistische raket Dongfeng 5 (DF-5) kon ladingen van 2.500 kilogram in een lage omloopbaan brengen, was 33 meter hoog met een diameter van 3,35 meter.
De lancering van deze tweetrapsraket mislukte.
Op 3 november om 05:45 UTC werd de Mariner 10 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De Mariner 10 was het eerste ruimtevaartuig dat langs twee planeten vloog. Op 5 februari 1974 vloog de Mariner 10 langs de planeet Venus en vloog vervolgens op 29 maart 1974 langs Mercurius.
Doelstellingen van de missie waren het meten van de omgeving, atmosfeer, oppervlakte en uiterlijke kenmerken van de planeten. Deze werden uitgevoerd door middel van experimenten en instrumenten aan boor van het ruimtevaartuig.
Nadat het ruimtevaartuig een ongecontroleerde manoeuvre maakte omdat de brandstof was opgeraakt stuurde de NASA het laatste signaal op 24 maart 1975 om de Mariner uit te schakelen.
Op 16 november werd om 14:01 UTC de Skylab 4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Dit was de derde en laatste bemande vlucht naar het Amerikaanse ruimtelaboratorium Skylab en werd ook Apollo-SLM 3 genoemd. Aan boord van de Command and Service Module 118 (CSM 118) waren drie astronauten van Skylab-Expeditie 3 die een dag later aan het ruimtestation Skylab koppelden.
De missie voor de astronauten waren het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten op medisch gebied, zonwaarnemingen, andere experimenten en werd de komeet Kohoutek geobserveerd.
Na een geslaagde missie landden de astronauten op 8 februari 1974 in de Stille Oceaan.
Foto v.l.n.r: Gerald Carr, Edward Gibson, en William Pogue.
De Sovjet Unie lanceerde op 30 november om 05:20 UTC de Kosmos 613 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze onbemande derde testvlucht van een Soyuz 7K-T ruimtevaartuig stond in het teken van testen ten behoeve van het Almaz ruimtestation.
Het ruimtevaartuig landde op 29 januari 1975 op de Steppe van Kazachstan.
Op 18 december om 11:55 UTC werd de Soyuz 13 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De aan boord twee kosmonauten van deze Sovjet verrichten astronomisch onderzoek met behulp van de Orion 2 Space Observatory.
De twee kosmonauten landden op 26 december op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Pyotr Klimuk en Valentin Lebedev.