De geschiedenis van 1968
Op 7 januari om 06:30 UTC werd de Surveyor 7 gelanceerd vanaf lanceer basis Cape Canaveral.
Deze NASA maanlander maakte een zachte landing op de maan op 10 januari aan de buitenrand van de Tycho krater en had de doelstellingen:
- Het maken van een zachte landing;
- Het maken van tv-beelden;
- Het verkrijgen van chemische elementen;
- Het onderzoeken van maan materiaal;
- Gegevens verzamelen van de touch-down;
- Het verzamelen gegevens over thermische- en radarreflectiviteit.
Kort na de landing werd er begonnen met het realiseren van de doelstellingen die duurden tot 27 januari. Tijdens deze operaties waren twee laserstralen vanaf de aarde waargenomen op de tv-camera.
De communicatie met de Surveyor 7 werd op 21 februari verbroken.
Op 22 januari om 22:48 UTC werd de Apollo 5 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Deze eerste onbemande vlucht van een maanlander die later astronauten vervoerde naar de maan werd in een baan om de aarde gebracht voor testdoeleinden.
Hierbij werd er gesimuleerd hoe de systemen en motoren functioneerden tijdens de lancering van de maanlander vanaf de maan. Ook het opstijgen met de afdalingstrap (lanceerplatform) nog aan de te lanceren maancapsule werd gesimuleerd, dit werd “fire in the hole’ genoemd.
Na een dag van testen kwam er een einde aan de missie, het lanceerplatform kwam 24 januari en de maancapsule kwam 12 februari in de atmosfeer en verbrandde.
De Sovjet Unie lanceerde op 7 februari om 10:43 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome de Luna 14A (Ye-6LS No.112).
Deze 1.700 kilogram wegend ruimtevaartuig ging verloren tijdens de lancering. Het doel van deze missie was het brengen van de Luna 14A in een baan om de maan waarna er onderzoek en testen zouden worden uitgevoerd voor toekomstige bemande maanmissies.
Oorzaak van de mislukte lancering was een brandstofklep die niet goed functioneerde waardoor er teveel brandstof werd verbruikt en de raket zonder brandstof kwam te zitten. Hierdoor was het onmogelijk om een baan om in een baan om de aarde te komen en daarna richting maan te gaan.
De Sovjet Unie lanceerde het ruimtevaartuig Zond 4 op 2 maart om 18:29 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig van het type Soyuz 7K-L1 No.6 was een testvlucht naar maan en retour. De onbemande capsule vloog langs de maan en ging weer terug naar de aarde.
Tijdens de manoeuvre van het binnen gaan in de atmosfeer ging het begeleidingssysteem defect waardoor de geplande afdaling mislukte en de Zond 4 verbrandde in de atmosfeer op 7 maart.
Op 4 april om 12:01 UTC werd de Apollo 6 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Deze testvlucht had het doel om het geleidingssysteem te testen van de commandomodule bij terugkeer van de maan. De test mislukte omdat er problemen waren met de raketmotoren. De geplande lage omloopbaan was niet gelukt en na baancorrecties liet de derde trap van de raket het afweten om zo richting de maan te gaan. De missieplannen werden gewijzigd om alsnog testen te kunnen uitvoeren door de Service Module in een hogere omloopbaan te brengen.
Na het testen kwam de capsule met een lagere geplande snelheid de atmosfeer in en maakte op 4 april een splashdown 80 kilometer verderop van de beoogde landingslocatie in de Stille Oceaan.
Het eerste type van de Atlas E/F raket werd op 6 april om 09:59 UTC gelanceerd vanaf lanceerbasis Vandenberg Air Force Base.
Deze tweetrapsraket Atlas E/F OV1 kon een lading van 363 kilogram in een lage omloopbaan brengen en was deels opgebouwd van onderdelen van de gedemonteerd ballistische SM-65 Atlas raketten.
Voor de eerste trap van deze raket werden onderdelen gebruikt van de Atlas-E en de Atlas-F raket.
De Sovjet Unie lanceerde op 7 april om 10:09 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome de Luna 14 (Ye-6LS No.113).
Het doel van deze 1.700 kilogram wegende ruimtevaartmissie was het brengen van de Luna 14 in een baan om de maan waarna er onderzoek en testen zouden worden uitgevoerd voor toekomstige bemande maanmissies.
De missie eindigde op 24 juni.
Op 14 april om 10:00 UTC werd de Soyuz T5 (Kosmos 212) en op 15 april om 09:34 UTC werd de Soyuz T6 (Kosmos 213) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze onbemande testvluchten van het Soyuz 7K-OK type werden in een baan om de aarde gebracht en maakten op 15 april een geslaagde koppeling in de ruimte.
Tijdens de missie werden de ruimtevaartuigen getest voor de verdere ontwikkeling van de bemande ruimtevaart van de Sovjet Unie waaronder deze automatische koppeling.
De Kosmos 212 landde op 19 april en de Kosmos 213 een dag later op de Steppe van Kazachstan.
De Sovjet Unie lanceerde het ruimtevaartuig Zond 5A op 22 april om 23:01 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig van het type Soyuz 7K-L1 No.7 was een testvlucht naar maan en retour. Door een defect in de tweede trap van de raket explodeerde deze vier en een halve minuut na de lancering en ging hiermee de 5.600 kilogram wegende Zond verloren.
Op 4 juli om 17:27 UTC werd de Explorer 38 gelanceerd vanaf lanceerbasis Vandenberg Air Force Base.
Deze Radio Astronomy Explorer A (RAE A) werd in een baan om de aarde gebracht voor radioastronomisch onderzoek.
De astronomie satelliet deed radioastronomische metingen van de Melkweg maar speciaal gericht op de zon en dat in verschillende frequentie gebieden.
De Explorer 38 was voorzien van vier antennes:
- 2 V-gevormde antennes van 229 meter lang;
- Een 37 meter dipool antenne;
- Een cross-dipool tourniquet antenne.
Op 5 juli werd de Kosmos 230 om 06:59 UTC gelanceerd vanaf lanceerbasis Kapustin Yar Cosmodrome.
Deze tweede Sovjet astronomie satelliet van het DS-U3-S type woog 400 kilogram en werd gebruikt voor het uitvoeren van multispectrale beelden van de zon. De satelliet leverde gegevens van de heetste gebieden van de zonnecorona in het röntgen- en ultraviolette gebied om zo de korte golf zonnestraling te onderzoeken die door de atmosfeer van de aarde werd geabsorbeerd.
Aan de geslaagde missie kwam een einde op 2 november 1968 toen de satelliet in de atmosfeer van de aarde verbrandde.
Op 28 augustus om 10:00 UTC werd de Soyuz T7 (Kosmos 238) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze onbemande testvlucht van het Soyuz 7K-OK type werd in een baan om de aarde gebracht.
Tijdens de missie werd het ruimtevaartuig getest voor de verdere ontwikkeling van de bemande ruimtevaart van de Sovjet Unie.
De Kosmos 238 landde op 1 september op de Steppe van Kazachstan.
De Sovjet Unie lanceerde het ruimtevaartuig Zond 5 op 14 september om 21:42 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig van het type Soyuz 7K-L1 No.9 was een testvlucht naar maan en retour.
Het ruimtevaartuig nam koers naar de maan cirkelde eromheen en ging weer terug naar aarde. Aan boord van het toestel waren organismen, twee schildpadden, fruitvliegeieren en planten. De schildpadden ondergingen biologische veranderingen, maar dat werd toegeschreven aan uithongering en niet door de reis.
De Zond 5 landde op 21 september in de Indische Oceaan.
Op 11 oktober om 15:02 werd de Apollo 7 als eerste bemande Apollo-capsule gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Het was de Saturn IB raket die de Apollo 7 (CSM 101) en de bemanning in een lage baan om de aarde bracht voor een elf daagse testvlucht rond de aarde.
De bemanning landde op 22 oktober in de Atlantische Oceaan.
Foto v.l.n.r.: Donn Eisele, Walter Schirra en Walter Cuningham.
Op 25 oktober om 09:00 UTC werd de Soyuz 2 en op 26 oktober om 08:34 werd de Soyuz 3 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het Sovjet ruimtevaartuig Soyuz 3 had het doel om een koppeling te maken met de Soyuz 2. De koppeling mislukte omdat de kosmonaut niet in de gaten had dat de Soyuz 2 op zijn kop stond en zo geen koppeling kon maken, corrigeren was geen optie omdat daarvoor te weinig brandstof aanwezig was.
De Soyuz 2 landde op 28 oktober en de Soyuz 3 op 30 oktober op de Steppe van Kazachstan.
Dit zon observatorium van de NASA maakte gedetailleerde en uitgebreide metingen van de zonnewind, het magnetisch veld van de zon en de kosmische straling.
De wetenschappelijke instrumenten om de doelstellingen te behalen waren:
- Triaxial Fluxgate Magnetometer
- Plasma Analyzer
- Cosmic Ray-Anesotropy Detector
- Cosmic Ray Gradient Detector
- Radio Wave Propagation Experiment
- Electric Field Detector
- Cosmic Dust Detector
- Celestial Mechanics Experiment
Het observatorium deed zijn werk tot en met 3 maart 1987.
De Sovjet Unie lanceerde het ruimtevaartuig Zond 6 op 10 november om 19:11 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig van het type Soyuz 7K-L1 No.12 was een testvlucht naar maan en retour.
Het ruimtevaartuig nam koers naar de maan cirkelde eromheen en ging weer terug naar aarde. Aan boord van het toestel waren wetenschappelijke instrumenten voor het meten van kosmische straling, detecteren van micro meteoroïde, schildpadden, vliegen en bacteriën en was de voorloper voor een bemande vlucht in december naar de maan om de Amerikanen te verslaan in de rees om een mens naar de maan te lanceren.
De Zond 6 stortte neer op 17 november op de Steppe van Kazachstan omdat het parachute systeem niet correct werkte.
Op 29 november om 23:12 UTC werd de eerste Europa-1 raket gelanceerd vanaf lanceerbasis Guiana Space Centre.
De raket lancering mislukte omdat er problemen waren met de derde trap die explodeerde.
Deze drietrapsraket kon ladingen in 907 kilogram lading in een lage omloopbaan brengen was 33 meter hoog met een diameter van 3,05 meter.
De lancering werd uitgevoerd door European Launcher Development Organisation (ELDO), wat de voorloper was van de ESA.
Op 7 december om 08:40 UTC werd de OAO 2 (Stargazer) gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Het Orbiting Astronomical Observatory 2 van de NASA observeerde het heelal in het ultraviolette spectrum en had twee belangrijke instrumenten aan boord die tegenover elkaar waren opgesteld.
- Smithsonian Astrophysical Observatory (SAO);
- Wisconsin Experiment Package (WEP).
De missie kwam in februari 1981 ten einde.
De Apollo 8 werd op 21 december om 12:51 UTC gelanceerd vanaf de lanceerbasis Cape Canaveral en was de eerste bemande Apollo-vlucht om de maan.
Tevens was het de eerste bemande vlucht met een Saturnus V draagraket. Na 20 uur rondjes te hebben gevlogen rond de maan keerde het ruimtevaartuig terug naar de aarde.
Tijdens deze missie werd de maanlander niet meegenomen maar wel een dummy hiervan en is onderzocht wat de mogelijke landingsplaatsen in de toekomst zouden kunnen zijn.
Deze vlucht kwam op een gigantische manier in de publiciteit omdat deze langs de achterkant van de maan zou vliegen.
De astronauten landden op 27 december in de Stille Oceaan.
Foto v.l.n.r.: Frank Borman, William Anders en James Lovell.
Op 26 december werd de Kosmos 262 om 09:45 UTC gelanceerd vanaf lanceerbasis Kapustin Yar Cosmodrome.
Deze eerste en enige Sovjet astronomie satelliet van het DS-U2-GF type woog 352 kilogram en werd gebruikt voor het onderzoeken van de korte golf straling van de zon, sterren, nevels en de aardse atmosfeer. De satelliet leverde gegevens van de heetste gebieden van de zonnecorona in het röntgen- en ultraviolette gebied om zo de korte golf zonnestraling te onderzoeken die door de atmosfeer van de aarde werd geabsorbeerd.
Aan de geslaagde missie kwam een einde op 18 juli 1969 toen de satelliet in de atmosfeer van de aarde verbrandde.