Tijdperk 1450 tot 1899
Nicolaus Copernicus
Heel lang heeft het geduurd voordat men wist dat de aarde niet het middelpunt was. En dat de maan, de zon, de planeten en de sterren dus niet om de aarde draaide. Maar dat de zon het middelpunt is waar de aarde omheen draait. Het was Nicolaus Copernicus (1473-1543) die de wereld wist te overtuigen van zijn idee. Echter wist Copernicus niet dat de zon één van ontelbare sterren is en dat zij in het heelal allesbehalve een bijzondere positie inneemt.
Nicolaus was geen sterrenkundige maar priester, maar is wel de grondlegger van de sterrenkunde.
Copernicus werd geboren op 19 februari 1473.
Omdat de kerk het stelsel van Ptolemaeus goed keurde kregen de geleerden steun van de kerk om zich te kunnen wijden in de wetenschap, ze kregen van de kerk ook onderdak en voedsel, ze waren meestal priester in een klooster, zo ook Copernicus hij was ook een priester. Hij was eigenlijk helemaal geen echte sterrenkundige maar vooral priester, en daarbij deed hij sterrenkunde.
De kerk had het in die tijd veel voor het zeggen, ze keurden het stelsel van Ptolemaeus ook goed, omdat hij zei dat de aarde centraal stond en dat vond de kerk ook. De kerk beeldde in die tijd ook kaarten af met Jeruzalem als middelpunt dus de aarde moest ook centraal staan in het centrum van het heelal. We noemen dit een geocentrisch beeld, de aarde staat centraal in het heelal.
Copernicus komt er steeds meer achter dat het stelsel van Ptolemaeus niet klopt, maar dat juist de zon centraal staat in het heelal en de aarde niet echt opvalt in het heelal, maar juist de zon. Copernicus had een heliocentrisch beeld, helios betekent in het Grieks zon. Dus de twee stelsels van Ptolemaeus en Copernicus zijn heel verschillend. In het kort de twee stelsels:
- Ptolemaeus: geocentrisch beeld, de aarde als middelpunt van het heelal en de zon, planeten en de sterren draaien om de aarde heen.
- Copernicus: heliocentrisch beeld, de zon als middelpunt van het heelal de aarde, planeten en sterren bewegen in een cirkelbaan om de zon.
Copernicus wist dat de kerk dit stelsel met de zon als centrum heiligschennis zouden vinden, daarom het was een moedige daad om zijn stelsel in 1514 te publiceren, dit deed hij eerst in vrienden kring, hij werd later door een vriend van hem over de streep getrokken om er een boek van te maken. De uitgever schrijft in het voorwoord dat het alleen een hypothese is, dit deed hij om geen opschudding in de kerk te krijgen, hij durfde het niet te zeggen dat het geen hypothese is. Copernicus sterft in 1543.
Copernicus was er niet in geslaagd om de kerk te verontrusten, maar het was hem wel gelukt om andere wetenschappers de interesse op te wekken. Hij was de grondlegger van de moderne astronomie.
Galileo Galilei
De Nederlander Hans Lippershey heeft de kijker uitgevonden. Galileo Galilei (1564-1642) ontwikkelde deze verder waarmee hij naar de maan en de planeten keek. Bij de planeet Jupiter ontdekte hij hiermee vier manen. Zij waren het, Copernicus en Galilei, die beschreven hoe ongeveer het zonnestelsel in elkaar zat. Echter verklaren welke wetten het gehoorzaamde was voor hen een raadsel.
In 1610 ontdekte Galileo Galilei iets bijzonders.
Toen hij door zijn telescoop naar de planeet Jupiter keek ontdekte hij vier manen: Io, Europa, Calisto en Ganymedes, dus de Aarde was niet de enige planeet met een maan.
Later ontdekte hij dat de maan bergen had en de planeet Venus had net als de maan schijngestalten namelijk nieuwe maan, eerste kwartier, laatste kwartier en volle maan.
Al zijn ontdekkingen deed hij met zij eigen zelfgemaakte telescoop. Hij was hiermee de eerste sterrenkundige die naar het heelal keek met een kijker, door de ontdekkingen volgde hij Copernicus vurig, met zijn stelsel. Hij zei namelijk net als Copernicus dat de aarde helemaal niet belangrijk is in het heelal, maar de zon.
De kerk was het niet eens met zijn ontdekkingen en hij werd gedwongen zijn ideeën te veranderen anders zal hij op de brandstapel komen (net als andere sterrenkundige die Copernicus ideeën na streefden). Hij heeft zijn ideeën ongeldig verklaard. Het bleek later wel dat Copernicus en Galilei gelijk hadden, de kerk weigerde heel lang pas in 1981 gaf de rooms katholiek kerk Galileis ideeën officieel gelijk.
Galileo Galilei is vooral bekend door de strijd die hij voerde met de kerk. Galilei ging uit van waarnemingen van Tycho Braho en andere sterrenkundige uit die tijd.
De Duitse astronoom Johannes Kepler (1571-1630) zette een drietal wetten op papier waaraan de banen van de planeten voldeden. Hij kwam erachter dat de planeten in elliptische banen om de zon draaien. Hierdoor bewegen de planeten sneller als zij dichter bij komen en langzamer als ze van de zon af bewegen.
Predikant in de Lutherse Kerk wil Johannes worden. Het loopt anders. De intelligente jongen zal niet de kerk, maar de sterrenkunde helpen hervormen. Kepler bewijst met zijn vele berekeningen namelijk dat de planeten niet in mooie cirkels, maar in ellipsen rond de zon draaien.
Dat Keplers ster zo ver kan stijgen, heeft hij te danken aan de grote Deense astronoom Tycho Brahe. Jarenlang doet die met steun van de Deens koning vanuit zijn observatorium buiten Kopenhagen zeer nauwkeurige waarnemingen aan de hemelkoepel. Van 777 sterren en van de bekende planeten verzamelt hij tal van gegevens, en dat terwijl Brahe nog niet eens van de telescoop heeft gehoord.
Als de Deense kroonprins zijn vader opvolgt, krijgt Brahe niet meer dezelfde steun als voorheen. Om zijn kennis toch kwijt te kunnen, trekt hij naar Praag. Daar ontdekt hij door correspondentie en publicaties de jonge Johannes Kepler. De rijke Deen nodigt de van oorsprong arme, maar uiterst intelligente Duitser in 1599 uit zijn assistent te worden.
Kort daarna, in 1601, sterft Brahe, een grote verzameling waarnemingen achterlatend. Kepler ‘ontfermt’ zich over het waardevolle materiaal. Dan begint voor Kepler het grote rekenen. Hij volgt Brahe op als Keizerlijk Mathematicus.
Tot die tijd gaat Keplers leven niet over rozen. In 1571 ziet hij in een arm gezin het levenslicht. Zijn vader is een ruw soldaat, zijn moeder heeft een moeilijk karakter. Later moet Kepler alles in het werk stellen om haar van de brandstapel te redden wegens de beschuldiging van hekserij.
Dankzij een beurs kan Johannes naar de lutherse universiteit van Tübingen, aanvankelijk om prediker te worden, maar door de colleges van de bekende astronoom Maestlin komt hij in de ban van het copernicaanse denken. Volgens diens theorie staat de zon in het centrum van ons zonnestelsel en het heelal. Kepler is ervan overtuigd dat die “simpelheid van de orde in de planeten een plan van God moet zijn.”
In de stad Graz krijgt hij in 1594 een aanstelling als hoogleraar astronomie. In die tijd houdt Kepler zich ook bezig met de “blubber” van de astrologie, sterrenlezerij. Dankzij een paar goede voorspellingen in 1595 een strenge winter en de inval van de Turken- vinden zijn almanakken gretig aftrek. Enkele jaren later moet Kepler Graz vanwege zijn lutherse belijdenis verlaten.
In Praag wordt Kepler de “vader van de moderne wetenschap”, want hij is de eerste wetenschapper die op basis van alleen gegevens tot een fundamentele natuurwet komt. In 1609 publiceert hij die in zijn tweede grote werk, “Astronomia Nova”. Kepler zegt in zijn eerste wet dat de banen van de planeten ellipsvormig zijn, met de zon in een van de brandpunten. In zijn tweede wet concludeert hij -in een wat wetenschappelijker formulering- dat een planeet een hogere snelheid krijgt bij nadering van de zon.
Die zon beschrijft hij dan als de “bewegende ziel”, later spreekt hij van “levende kracht.” Newtoniaanse klanken, toch duurt het nog een zo’n vijftig jaar voordat Newton op basis van Keplers vondsten tot de zwaartekrachttheorie komt en beweert dat de zon aantrekkingskracht op de planeten heeft.
In 1612 trekt hij naar het Oostenrijkse Linz om wiskundige te worden. Daar werkt hij aan het invloedrijkste werk uit de copernicaanse traditie. Het zevendelige werk “Epitome Astronomiae” bevat alle theorieën van Kepler.
Daarna werkt hij tot aan zijn dood aan de “Tabulae Rudolfinae”, waarin hij voor verleden en toekomst de positie van de planeten aangeeft. Zo komt hij tot de conclusie dat Christus niet in het jaar 0 maar in 4 voor Christus is geboren en berekent hij een paar samenstanden van planeten. Zien zal hij ze niet. In 1630 sterft hij in Regensburg. Ontsnapt aan de macht van de Roomse Kerk, die zijn collega en tijdgenoot Galileï de vrijheid ontneemt voor diens on-Bijbelse geachte ideeën over het heelal.
Isaac Newton
Het waarom kon Kepler niet helemaal verklaren. De Engelse Isaac Newton (1642-1727) kon dit wel, namelijk de werking van de zwaartekracht. Newton maakte duidelijk dat alle lichaamsdelen aantrekkingskracht op elkaar uitoefenen die groter is naarmate hun massa groter is en kleiner wordt naarmate de afstand tussen twee lichamen toeneemt.
De Engelse wiskundige en fysicus Isaac Newton werd geboren in Woolsthorpe in Lincolnshire. Vader overleed voor Isaac’s geboorte. Op zijn derde hertrouwde zijn moeder en Isaac werd bij zijn grootouders ondergebracht.
Newton studeerde aan de universiteit van Cambridge. Reeds tijdens zijn studietijd had Newton grote belangstelling voor de meetkunde van René Descartes en de optica van Johannes Kepler. Ook bestudeerde hij de theorieën van Robert Boyle, Galileo Galilei, Pierre Gassendi, Thomas Hobbes, Robert Hooke en anderen.
In 1665 sloeg de pest toe in Cambridge. Newton ging voor enige tijd terug naar Woolsthorpe en ontwikkelde tijdens deze achttien maanden enkele belangrijke theorieën. De belangrijkste ontdekkingen waren de zwaartekracht en het feit dat zonlicht bestaat uit een mengsel van licht van verschillende golflengten. Bij breking van het licht door een lens of regendruppels ontstaan de kleuren van de regenboog. Bovendien hield Newton zich bezig met wiskunde en construeerde hij een reflectietelescoop. Pas na 1669 zou hij zijn ontdekkingen openbaar maken. Zijn werk “Philosophiae naturalis principia mathematica” uit 1687 werd zijn belangrijkste wetenschappelijke uitgave.
Newton werd in 1672 lid van de Royal Society. Na 1703 was hij voorzitter van deze wetenschappelijke vereniging. Dankzij zijn vriend Charles Montague de Halifax werd Newton aangesteld als opziener bij de Koninklijke Munt in Londen. In 1699 werd hij directeur en voerde de hervorming van het Engelse muntwezen door. In 1705 werd Newton in de adelstand verheven.
Isaac Newton wordt als één van de allergrootste wetenschappers in de wiskunde en de fysica beschouwd.
Jules Verne
De Franse schrijver Jules Verne (1828-1905) schreef veel avonturenboeken, waarin de techniek een grote rol speelt. Een van deze boeken was ‘De reis naar de maan’, 1865. Hierin beschrijft hij de lancering van een 3-manscapsule. Welke weer terugkeert in de Atlantische oceaan.
Op 8 februari van het jaar 1828 werd Jules Verne te Nantes geboren.
In 1856, ontmoet hij zijn toekomstige vrouw Honorine de Viane. Zij is een jonge weduwe met twee dochtertjes. Het huwelijk vindt in 1857 plaats; het jonge stel blijft in Parijs wonen.
Jules maakt in deze tijd, zonder Honorine, samen met en op kosten van zijn vriend Hignard reizen naar Schotland 1859 en Scandinavië 1861. Tijdens de vakantie in Noorwegen wordt zijn eerste en enige zoon Michel geboren.
“Vijf weken in een luchtballon” is het eerste grote succes van Verne.
Op 24 februari 1905 overlijdt Jules Verne te Amiens. Hij heeft dan meer dan zestig wonderreizen op zijn naam staan.
Konstatin Tsiolkowsky
Konstantin Tsiolkowsky (1857-1935) wordt als de “vader van de rakettechniek” beschouwd. Hij kwam in 1895 op het idee kwam om een raketmotor op vloeibare brandstof te laten werken en maakte ook berekeningen over de raketvoortstuwing.
Hij was ook de eerste die de samenhang wist te leggen tussen de raketsnelheid, de massa van de raket en de snelheid van het gas aan het uiteinde in de raketbuis van de raketstaart, dit wordt de raketvergelijking van Tsiolkovsky genoemd.
In zijn boeken motiveert hij, dat de meertrapsraket de enige methode is om met de bestaande energiebronnen de nodige kosmische snelheden te bereiken. Een dergelijke raket zou kunnen bestaan uit meerdere op elkaar gestapelde raketten of uit een bundel van raketten.