De geschiedenis van 1961
Op 31 januari om 16:54 UTC werd de Mercury-Redstone 2 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Hoewel het een onbemand suborbitale testvlucht betrof was er wel een aap aan boord van het ruimtevaartuig.
Kort na de lancering waren er meerdere problemen, de druk in een motor was weggevallen en de ook de cabine druk was lager geworden. Het eerste probleem zette de noodlanding in en de twee had geen effect op Ham omdat hij in een ruimtepak zat.
Het was de chimpansee Ham, vernoemd naar Holloman Aerospace Medical Center, die de show stal en een vlucht maakte van ruim zestienminuten en veilig landde in de Atlantische Oceaan.
Op 4 februari om 01:18 UTC werd de Venera 1A gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtevaartuig, ook wel Sputnik 7 genoemd, type Venera 1VA (No.1) van de Sovjet Unie zou als eerste ruimtevaartuig langs de planeet Venus vliegen maar dat verliep anders.
Tijdens de ontsteking van de bovenste trap van de raket deed er zich een probleem voor, cavitatie in een pomp waar vloeibare waterstof stroomde. Hierdoor viel de raket motor uit en keerde de Venera 1A terug in de atmosfeer en verbrandde.
Op 12 februari om 00:34 UTC werd de Venera 1 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtevaartuig, ook wel Sputnik 8 genoemd, type Venera 1VA (No.2) van de Sovjet Unie is het eerste ruimtevaartuig dat langs de planeet Venus vloog.
Het ruimtevaartuig vloog op 19 mei langs de planeet op een afstand 100.000 kilometer maar kon geen gegevens naar aarde zenden omdat de communicatie als was verbroken voordat de Venera 1 de planeet voorbij vloog.
Vanaf lanceerbasis Cape Canaveral werd op 21 februari om 14:10 UTC de Mercury-Atlas 2 gelanceerd.
Deze onbemande NASA suborbitale testvlucht, ook wel Mercury 6 genoemd, van het Amerikaanse Mercury programma had tot doel het testen van het ruimtevaartuig op de temperatuur kritische punten tijdens de terugkeer naar aarde door de dampkring.
Na een geslaagde lancering en test maakte de Mercury 6 een uur later een veilige landing in de Atlantische Oceaan.
Op 9 maart om 06:29 UTC werd de Korabl-Sputnik 4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtevaartuig, ook wel Sputnik 9 genoemd van het type Vostok-3KA (No.1), van de Sovjet Unie was een bemande ruimtevlucht met voornamelijk dieren. Aan boord waren de hond Chernushka, een etalagepop genaamd Ivan Ivanovich, tachtig muizen en enkele cavia die een rondje om de aarde deden en daarna landen in de Sovjet Unie.
Tijdens de landing werd de etalagepop door middel van de schietstoel gelanceerd en landde aan een parachute.
Foto: Chernushka.
Vanaf de lanceerbasis Cape Canaveral werd op 24 maart om 17:30 UTC de Mercury-Redstone BD gelanceerd.
Na de problemen met de Mercury-Redstone 2 werden er aanpassingen uitgevoerd aan de raket voordat er overgaan kon worden op bemande ruimtevluchten. Dit resulteerde in deze vlucht Mercury-Redstone BD (Booster Development) voordat de volgende Mercury-Redstone 3 werd gelanceerd.
Tijdens deze vlucht werd het ruimtevaartuig niet gescheiden van de raket en sloegen neer op de Atlantische Oceaan om vervolgens te zinken naar de bodem. De missie werd met succes afgesloten door op weg naar de bodem het geheel op te blazen.
Op 25 maart om 15:17 UTC werd de Korabl-Sputnik 5 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtevaartuig, ook wel Sputnik 10 genoemd van het type Vostok-3KA (No.2), van de Sovjet Unie was een bemande ruimtevlucht met voornamelijk dieren. Aan boord waren de hond Zvezdochka, een etalagepop genaamd Ivan Ivanovich, tv-camera’s en wetenschappelijke instrumenten die een rondje om de aarde deden en daarna landen in de Sovjet Unie.
Tijdens de landing werd de etalagepop door middel van de schietstoel gelanceerd en landde aan een parachute.
Foto: Zvezdochka.
De Rus Yuri Aleksejevitsj Gagarin werd op 9 maart 1934 geboren in Kloesjino, een plaatsje 200 kilometer ten westen van Moskou.
Na te zijn uitgekozen voor een technische studie die hij afgeronde in 1955 trad Gagarin in dienst bij de luchtmacht van de Sovjet-Unie. Hierna ging Yuri naar een vliegschool in Orenburg, waar hij solovluchten in een MiG-15 maakte en werd hij later in Moermansk gestationeerd.
Yuri Gagarin was een van de twintig piloten die voor het ruimtevaartprogramma van de Sovjet Unie in 1960 was uitgekozen. Hierna kwam hij terecht in een elite groep van waaruit de eerste kosmonauten werden gekozen voor het Vostok programma. Uiteindelijk werd hij samen met German Titov gekozen op basis van hun testresultaten en niet onbelangrijk hun geringe lichaamslengte. De lengte was zeer belangrijk omdat de capsule maar een beperkte ruimte had.
Voordat hij in de capsule plaatsnam liet Yuri de buschauffeur stoppen, hij had hoge nood en plaste tegen het achterwiel van de bus. Dit ritueel wordt nog steeds door alle kosmonauten uitgevoerd die vanaf Baikonur worden gelanceerd. Yuri Gagarin werd door de Vostok-1 op 12 april om 06:07 UTC gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. Na één rondje om de aarde kwam de capsule weer terug op aarde, hiermee schreef Gagarin wereldgeschiedenis als eerste mens in de ruimte.
Gagarin kwam op 27 maart 1968 op 34-jarige leeftijd om het leven tijdens een trainingsvlucht met een MIG-15 straaljager.
Vanaf lanceerbasis Cape Canaveral werd op 25 april om 16:14 UTC de Mercury-Atlas 3 gelanceerd.
Deze onbemande NASA testvlucht, ook wel Mercury 8F1 genoemd, van het Amerikaanse Mercury programma had tot doel het testen van het ruimtevaartuig.
Kort na de lancering werd geconstateerd dat de raket het zogenaamde roll-and-pitch programma niet
uitvoerde waardoor de raket recht omhoog ging in plaats van af te buigen naar de Atlantische Oceaan.
Toen bleek dat de raket nog steeds recht naar boven ging gaf de vluchtleiding na drieënveertig seconden het vernietigingscommando. De capsule werd nog door een noodprocedure gelanceerd en landde in de Atlantische Oceaan, de overige brokstukken vielen op land en in de Oceaan.
Op 27 april om 14:16 UTC werd de S 15 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Cananveral.
Dit ruimtevaartuig van de NASA werd ook Explorer 11 genoemd en had de eerste gammastralingstelescoop aan boord die in een baan om de aarde werd gebracht.
De gammastralingsdetector deed zijn werk totdat er problemen ontstonden op 17 november in de elektrische voeding van het ruimtevaartuig. De kwam hiermee vroegtijdig ten einde maar de wetenschappers hadden veel gegevens verzameld om te analyseren.
De Amerikanen viste weer achter het net en verloren de ruimterace tussen de grootmachten en werden de tweede natie die een mens in de ruimte bracht, hoewel dit een suborbitale ruimtereis was.
Alan Bartlett Shepard werd op 18 november 1923 geboren in East Derry, 400km ten noordoosten van New York. Na te zijn afgestuurd 1951 als testpiloot aan de Naval War College maakte hij veel vlieguren en had zodoende veel ervaring hierin.
De leiding van het Mercury programma wat in 1958 start ging, koos in april 1959 de ‘Mercury Seven’ waaronder Alan Shepard. Hij werd uiteindelijk de eerste Amerikaan die de ruimte in werd gelanceerd, dit gebeurde met een Redstone raket op 5 mei om 14:34 UTC vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Hij kreeg een paar jaar later het syndroom van Ménière en werd er besloten dat hij niet meer mocht vliegen. Hij werd benoemd in 1963 tot hoofd van het Astronaut Office van NASA. Na een geslaagde operatie werd hij weer toegevoegd aan het astronautenkorps in 1969 en maakte een vlucht als gezagvoerder naar de maan met de Apollo-14 in 1971.
Alan Shepard (foto) overleed aan leukemie op 22 juli 1998.
De NASA lanceerde op 21 juli om 12:20 UTC de Mercury-Redstone 4 vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Dit bemande ruimtevaartuig was de tweede Amerikaanse ruimtevlucht, maar was wel suborbitaal en duurde slechts vijftien en een halve minuut.
De geslaagde lancering verliep bijna dramatisch af toen na de splashdown in de Atlantische Oceaan het luik van de capsule eraf werd geblazen. Dit gebeurt normaal bij een noodsituatie maar in dit geval was er iets mis gegaan waardoor Grissom dreigde te verdrinken maar werd door een Amerikaanse marine helikoter in veiligheid gebracht. De capsule zonk naar de bodem op pas in 1999 teruggevonden te worden.
Foto: Virgill Grissom.
Op 6 augustus om 06:00 UTC werd de Vostok 2 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze tweede bemande vlucht van de Sovjets werd gebruikt om de effecten van de gewichtloosheid op de mens te onderzoeken.
De missie verliep niet geheel vlekkeloos, tijdens de lancering bleek een verwarming te zijn afgeschakeld waardoor de temperatuur in de capsule tien graden Celsius was. Ook de landing ging niet probleemloos, hier scheidde de capsule niet van de servicemodule. Al met al lande het ruimtevaartuig veilig in de Sovjet Unie.
Foto: Gherman Titov.
Op 23 augustus om 10:04 UTC werd de Ranger 1 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De missie had twee doelen, ten eerste het testen van het ruimtevaartuig voor maan- en interplanetaire missies en ten tweede het bestuderen van velden en deeltjes in de interplanetaire ruimte.
De lancering van het ruimtevaartuig ging goed, maar een oververhit elektrisch circuit veroorzaakte problemen tijdens het starten van de Agena bovenstetrap van de raket. Hierdoor was het ruimtevaartuig in een onvoorziene omloopbaan terecht gekomen waardoor het lastig te besturen was. Ook waren de zonnepanelen niet op de zon gericht en omdat de aan boord zijn computer deze panelen constant probeerde te richten kwam de Ranger 1 zonder gas kwam die hiervoor nodig was.
Nadat de batterijen leeg geraakt waren kwam de Ranger 1 weer terug naar aarde en verbrande op 27 augustus in de atmosfeer.
De NASA lanceerde op 13 september om 14:04 UTC de Mercury-Atlas 4 vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Deze onbemande testvlucht, ook wel Mercury 8F2 genoemd, werd in een omloopbaan om de aarde gebracht om na een rondje al weer te landden. Tijdens de missie werd een manoeuvre uitgevoerd zodat het hitteschild vooruit werd gezet, dit vergde meer tijd dan gedacht en er waren zorgen over de onstabiele capsule wat veroorzaakt werd door de raketmotoren.
Na het rondje om de aarde landde de Mercury-Atlas 4 in de Atlantische Oceaan en werd door het marine schip USS Decatur opgepikt.
Op 27 oktober om 16:30 UTC werd de eerste Kosmos raket vanaf lanceerbasis Kapustin Yar Cosmodrome gelanceerd.
Deze tweetrapsraket van het type 11K63 had een hoogte van 30 meter met een doorsnede van 1,65 meter en kon een lading van 450 kilogram in een baan om de aarde brengen en was gebaseerd op de middellange ballistische afstandsraket R-12.
Tijdens de lancering waren er technische problemen waardoor de raket niet in een omloopbaan terecht kwam maar weer terug naar aarde viel.
De eerste en tevens laatste lancering van de Blue Scout-2 raket vond plaats op 1 november om 15:32 UTC vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Deze viertrapsraket had een hoogte van 24 meter met een doorsnede van 1,02 meter en had als doel het in een omloopbaan brengen van de Mercury-Scout 1 satelliet.
Deze satelliet zou worden gebruikt voor het testen van het Mercury Tracking Network. Dit netwerk werd gebruikt voor de bemande Mercury ruimtevluchten.
De Blue Scout-2 was de militaire versie van de Scout-X1 die al eerder dit jaar twee geslaagde suborbitale lanceringen had gemaakt, maar deze orbitale lancering was een stap te ver.
Er deden zich technische problemen voor in de raket waardoor deze niet meer onder controle was van de vluchtleiding en zij besloten de raket te vernietigen na drieënveertig seconden.
Op 18 november om 08:09 UTC werd de Ranger 2 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De missie had twee doelen, ten eerste het testen van het ruimtevaartuig voor maan- en interplanetaire missies en ten tweede het bestuderen van velden en deeltjes in de interplanetaire ruimte.
Het ruimtevaartuig werd in een omloopbaan van de aarde gebracht en er deden zich problemen met een gyroscoop voor tijdens het starten van de Agena bovenstetrap van de raket. Het ruimtevaartuig begon te tollen waardoor de drijfgassen niet goed in de brandstoftoevoerleidingen gebracht konden worden, waarna de Ranger 2 terugviel naar aarde.
De NASA lanceerde op 29 november om 15:07 UTC de Mercury-Atlas 1 vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Hoewel het een onbemande testvlucht betrof was er wel een aap aan boord van het ruimtevaartuig.
De aap Enos, wat man betekend in het Hebreeuws kwam uit Kameroen en was ongeveer vijf jaar oud toen hij de ruimte in werd gelanceerd. Na drie rondjes om de aarde landde Enos veilig in de Atlantische Oceaan, naderhand bleek dat hij alle medische elektroden en de zijn plaskateter had verwijderd.
Enos overleed op 4 november 1962 aan dysenterie wat destijds resistent was tegen antibiotica. Voordat hij overleed werd Enos continue geobserveerd en na zijn dood hebben pathologen geen symptomen gevonden die verband hielden met zijn ruimtereis.
Na de missie werden de Atlas-boosters en het Mercury ruimtevaartuig goed bevonden voor menselijke vluchten.