De geschiedenis van 1967
Foto v.l.n.r.: Virgill Grissom, Edward White en Roger Chaffee.
Op 27 januari om 23:31 UTC vloog op de lanceerbasis Cape Canaveral tijdens een oefening de bemande Apollo 1 in brand en kwamen de drie bemanningsleden om het leven.
De lancering stond in de planning voor 21 februari met als doel een testvlucht te maken in een baan om de aarde. De oorzaak van dit tragische ongeval was een kortsluiting in de bedrading in combinatie met een capsule onder druk met zuivere zuurstof.
Om te ontsnappen uit de onder druk staande cabine had de bemanning zeker anderhalve minuut nodig, maar binnen 15 seconden waren ze al overleden. De drie ruimtepakken werden samengesmolten teruggevonden waaruit men concludeerde dat de astronauten door verstikking om het leven waren gekomen.
Op 2 februari om 03:20 UTC werd de Kosmos 140 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze onbemande vlucht van het Soyuz 7K-OK type (No.3) ook wel Soyuz T2 genoemd was de eerste testvlucht van dit type ruimtevaartuig.
Het ruimtevaartuig werd in een baan om de aarde gebracht en er volgde een testcyclus.
Tijdens het testen waren er problemen met het hoogtesysteem en het verbruikte te veel brandstof. Door de technische problemen keerde de capsule niet correct terug in de dampkring waardoor er een gat in het hitteschild ontstond en honderden kilometers vanaf de boogde landingsplaats neerstortte door het ijs van het bevroren Aralmeer.
Op 5 februari om 01:17 UTC werd de Lunar-Orbiter 3 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Na enkele dagen werd de Lunar-Orbiter 3 in een baan om de maan gebracht waar deze kon beginnen met zijn opdracht het fotograferen van het maanoppervlak ter bevestiging van veilige landingsplaatsen voor de Surveyor- en Apollo-missies. Naast deze opdracht werden er gegevens verzameld over stralingsintensiteit en micro meteoroïde inslagen.
Na het verzamelen van de foto’s werd er eerder begonnen met het uitlezen van de foto’s omdat er problemen waren met het filmtransportmechanisme. Uiteindelijk is er driekwart van de film uitgelezen omdat het mechanisme was doorgebrand.
De NASA lanceerde op 8 maart om 16:12 UTC het zonobservatorium OSO 3 vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De Orbiting Solar Observatory 3 (OSO 3) was bedoeld voor het bestuderen van de zon en dan met name de zonnevlekcylus van elf jaar in het UV- en röntgenspectrum.
De instrumenten waarmee de zon werd bestudeerd waren:
- High Energy Gamma-ray
- Cosmic ray Spectrum Detector and Gamma-ray Analyzer;
- Extreme UV-spectrometer;
- Thermal Radiation Emissity;
- Earth Albedo;
- Solar Extrem UV-spectrometer;
- Solar X-ray Ion Camber;
- Soalar and Celestial Gamma-ray Telescope.
De OSO 3 heeft zijn werk gedaan tot 10 november 1969 en kwam op 4 april 1982 in de atmosfeer en verbrandde.
Op 10 maart om 11:30 UTC werd de eerste Proton-K gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze viertrapsraket van de Sovjet Unie was 61 meter hoog met een doorsnede van 7,4 meter. De raket kon 19.760 kilogram aan lading in een lage omloopbaan brengen.
De basis is een drietrapsraket met een vierde trap met een lading om deze in een hogere omloopbaan te brengen. Tijdens deze lancering werd het blok D gebruikt voor de raket (Proton-K/D). De eerste trap was voorzien van zes RD-253 motoren.
De Sovjet Unie lanceerde op 10 maart om 11:30 UTC de Kosmos 146 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtevaartuig behoorde bij de Zond serie 7K-L1 (No. 2P) en was ontworpen om een bemanning te lanceren naar de maan om er langs te vliegen en weer terug naar aarde.
De Kosmos 146 van 5.017 kilogram dat was niet voorzien van een hitteschild werd in een baan om de aarde gebracht voor testdoeleinden en kwam op 18 maart weer terug in de atmosfeer om daar te verbranden.
De Sovjet Unie lanceerde op 8 april om 09:00 UTC de Kosmos 154 vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtevaartuig behoorde bij de Zond serie 7K-L1 (No. 3P) en was ontworpen om een bemanning te lanceren naar de maan om er langs te vliegen en weer terug naar aarde.
De Kosmos 154 van 5.375 kilogram werd in een baan om de aarde gebracht voor testdoeleinden maar de vierdetrap van de raket weigerde, waarna deze op 10 april weer terug in de atmosfeer kwam om daar te verbranden.
Op 17 april om 07:05 UTC werd de Surveyor 3 gelanceerd vanaf lanceer basis Cape Canaveral.
Deze NASA maanlander maakte een zachte landing op de maan op 20 april 370 kilometer ten zuiden van de Copernicus krater en had de doelstellingen:
- Het maken van een zachte landing;
- Het maken van tv-beelden;
- Het verkrijgen van chemische elementen;
- Het onderzoeken van maan materiaal;
- Gegevens verzamelen van de touch-down;
- Het verzamelen gegevens over thermische- en radarreflectiviteit.
Kort na de landing werd er begonnen met het realiseren van de doelstellingen die duurden tot 4 mei omdat de zon was ondergegaan en na de veertiendagen durende maannacht kwam de zon weer op, maar de Surveyor 3 gaf geen teken van leven.
De Surveyor kreeg bezoek van Alan Bean van de Apollo 12 in 1969.
Ook nu waren het weer de Sovjets die als eerste de geschiedenisboeken ingingen, maar nu was het met veel minder goed nieuws. Niet alleen geslaagde vluchten werden gemaakt maar helaas gaat het ook mis.
De Rus Vladimir Komarov werd met de Soyuz 1 gelanceerd op 23 april om 00:35 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome. Al snel bleek dat de zonnepanelen niet correct werkten en dat de besturing deels was uitgevallen waardoor de Soyuz tolde in een baan om de aarde.
Zijn vrouw werd naar het ruimtevaartcentrum geroepen om afscheid te nemen van Vladimir, men kon namelijk niet garanderen dat hij de capsule handmatig door de dampkring kon loodsen.
Na achttien rondjes om de aarde zette de capsule koers richting aarde en doorstond de capsule de hevige terugkeer door de dampkring. Op het laatste moment sloeg het noodlot toe, de hoofdparachute functioneerde niet. Nadat de kosmonaut deze handmatig had geactiveerd, raakte de lijnen verstrikt waardoor de capsule tollend op aarde neerstortte. Vladimir Komarov overleefde deze crash niet en overleed op 24 april.
Op 4 mei om 22:25 UTC werd de Lunar-Orbiter 4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Na enkele dagen werd de Lunar-Orbiter 4 in een baan om de maan gebracht waar deze kon beginnen met zijn opdracht het fotograferen van het maanoppervlak ter bevestiging van veilige landingsplaatsen voor de Surveyor- en Apollo-missies. Naast deze opdracht werden er gegevens verzameld over stralingsintensiteit en micro meteoroïde inslagen.
Al snel ontstond er een probleem met de klep van de camera welke niet correct functioneerde. De klep bleef open om te voorkomen dat deze vast kwam te zitten als deze gesloten was, waardoor weer extra manoeuvres nodig waren om te voorkomen dat de film bederft. Of dat al niet genoeg was ontstonden er problemen met het filmtransportmechanisme en werd besloten de missie te stoppen op 26 mei, uiteindelijk is de film geheel uitgelezen.
Op 15 mei om 11:00 UTC lanceerde de Sovjet Unie de eerste Kosmos-3M raket vanaf lanceerbasis Plesetsk Cosmodrome.
Deze tweetrapsraket met een hoogte van 32,4 meter en een diameter van 2,4 meter kon een lading van 1.500 kilogram in een lage omloopbaan brengen en 775 kilogram in een zon-synchrone omloopbaan.
De Sovjet Unie lanceerde op 16 mei om 21:43 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome de Kosmos 159 (Ye-6LS No.111).
Het doel van deze 1.640 kilogram wegende ruimtevaartmissie werd in een hoge omloopbaan gebracht en verzamelde gegevens over afwijkingen die worden veroorzaakt door de zwaartekracht van de maan. De derdetrap van de raket stopte te vroeg waardoor de satelliet in een verkeerde omloopbaan terecht kwam. Ondanks de verkeerde baan konden alle doelstellingen gerealiseerd worden. Deze gegevens werden gebruikt voor het Sovjet ruimteprogramma om een bemande vlucht te maken naar de maan.
Tevens werd deze missie gebruikt voor het testen van de communicatie.
Op 5 juni om 05:03 UTC werd de Kosmos 163 gelanceerd vanaf lanceerbasis Kapustin Yar Cosmodrome.
Deze tweede Sovjet astronomie satelliet van het DS-U2-MP type woog 357 kilogram en werd gebruikt voor het onderzoeken van micro meteoroïden en ruimtestof in de buurt van de aarde. Een van de gebruikte instrumenten was een gammastrallingsspectrometer.
Aan de geslaagde missie kwam een einde op 11 oktober toen de satelliet in de atmosfeer van de aarde verbrandde.
Op 12 juni om 02:39 werd de Venera 4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het doel van dit ruimtevaartuig van de Sovjet Unie was onderzoek van de planeet Venus en met de aan boord zijnde lander een landing maken op de planeet.
Bij het bereiken van de atmosfeer van de planeet werd de lander Venera 4 ontkoppeld op 18 oktober, deed wetenschappelijk onderzoek tijdens de afdaling naar het planeetoppervlak en landde dezelfde dag.
Vanaf Cape Canaveral werd de NASA Mariner 5 op 14 juni om 06:01 UTC gelanceerd.
De doelen van de missie naar de planeet Venus waren:
- het onderzoeken van de atmosfeer;
- metingen verrichten in ultraviolette spectrum;
- magnetische veldfluctuaties boven de planeet;
- het onderzoeken van zonnedeeltjes.
De Mariner kwam op 19 oktober het dichts langs Venus op een afstand van 3.990 kilometer.
Op 16 juni werd de Kosmos 167 om 04:44 UTC gelanceerd vanaf lanceerbasis Kapustin Yar Cosmodrome.
Deze eerste Sovjet astronomie satelliet van het DS-U3-S type woog 400 kilogram en werd gebruikt voor het uitvoeren van multispectrale beelden van de zon. De satelliet leverde gegevens van de heetste gebieden van de zonnecorona in het röntgen- en ultraviolette gebied om zo de korte golf zonnestraling te onderzoeken die door de atmosfeer van de aarde werd geabsorbeerd.
Aan de geslaagde missie kwam een einde op 26 september waarna deze op 25 oktober in de atmosfeer van de aarde verbrandde.
Op 17 juni om 02:36 werd de Venera 5A (Kosmos 167) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het doel van dit ruimtevaartuig van de Sovjet Unie was onderzoek van de planeet Venus en met de aan boord zijnde lander een landing maken op de planeet.
De missie mislukte toen de bovenstrap van de raket niet tot ontsteking kwam en daarom niet uit de omloopbaan van de aarde kon komen.
De satelliet verbrandde in de atmosfeer van de aarde op 25 juni.
Op 14 juli om 11:53 UTC werd de Surveyor 4 gelanceerd vanaf lanceer basis Cape Canaveral.
Deze NASA maanlander zou een zachte landing op de maan op 17 juli in Sinus Medii, maar het contact viel twee en een halve minuut voor de landing weg waardoor deze neerstortte. De missie had de doelstellingen:
- Het maken van een zachte landing;
- Het maken van tv-beelden;
- Het onderzoeken van maan materiaal;
- Het detecteren van magnetische materiaal.
Op 1 augustus om 22:33 UTC werd de Lunar-Orbiter 5 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Na enkele dagen werd de Lunar-Orbiter 5 in een baan om de maan gebracht waar deze kon beginnen met zijn opdracht het fotograferen van het maanoppervlak en beelden van de andere kant van de maan. Naast deze opdracht werden er gegevens verzameld over stralingsintensiteit en micro meteoroïde inslagen en werd het Manned Space Flight Network getest.
Het was een geslaagde missie van de Surveyors, waarbij 99% van het maanoppervlak werd gefotografeerd en eindigde toen deze op 31 januari 1968 gecontroleerd neerstortte.
Op 8 september om 07:57 UTC werd de Surveyor 5 gelanceerd vanaf lanceer basis Cape Canaveral.
Deze NASA maanlander maakte een zachte landing op de maan op 11 september in de Sea of Tranquility en had de missie doelstellingen:
Het maken van een zachte landing;
Het maken van tv-beelden;
Het onderzoeken van maan materiaal.
De Sovjet Unie lanceerde het ruimtevaartuig Zond 4A op 27 september om 07:57 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig van het type Soyuz 7K-L1 No.4 was een testvlucht naar maan en retour. Tijdens de lancering was er een technisch probleem waardoor de eerste trap van de raket uitviel en deze neerstortte anderhalve minuut na lancering. Het SAS launch escape system deed zijn werk en lanceerde de lading vanaf de raket waardoor deze ongeveer 55 kilometer van de lanceerbasis terecht kwam. Na de berging van de Zond 4A werd deze naar Baikonur gebracht.
De NASA lanceerde op 18 oktober om 15:58 UTC het zonobservatorium OSO 4 vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De Orbiting Solar Observatory 4 (OSO 4) was bedoeld voor het bestuderen van de zon en dan met name de zonnevlekcylus van elf jaar in het UV- en röntgenspectrum.
De instrumenten waarmee de zon werd bestudeerd waren:
- Extreme UV spectoheliograph;
- Meerdere zon röntgen en gamma instrumenten voor onderzoek;
- X-ray Spectrometer.
De OSO 4 heeft zijn werk gedaan tot 14 juni 1982.
Op 27 oktober om 02:21 UTC werd de eerste Tsyklon-2 type A (Tsyklon-2A) raket gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze tweetrapsraket van de Sovjet Unie heeft een hoogte van 39,7 meter met een doorsnede van 3 meter kon een lading van 2.820 kilogram in een lage omloopbaan brengen.
De raket is van origine een Oekraïense raket en was gebaseerd op de intercontinentale ballistische raket R-36 en was een van de betrouwbaarste raketten met slechts een mislukte lancering van de 105.
Op 27 oktober om 09:29 UTC werd de Kosmos 186 en op 30 oktober om 08:12 werd de Kosmos 188 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze onbemande vlucht van het Soyuz 7K-OK typen ook wel Soyuz T3 en Soyuz T4 genoemd waren de tweede en derde testvlucht van dit type ruimtevaartuig.
Deze onbemande testvluchten werden in een baan om de aarde gebracht en maakten op 30 oktober de eerste automatische geslaagde koppeling in de ruimte.
Tijdens de missie werden de ruimtevaartuigen getest voor de verdere ontwikkeling van de bemande ruimtevaart van de Sovjet Unie waaronder deze automatische koppeling.
De Kosmos 186 landde op 31 oktober en de Kosmos 188 op 2 november op de Steppe van Kazachstan.
Op 7 november om 07:39 UTC werd de Surveyor 9 gelanceerd vanaf lanceer basis Cape Canaveral.
Deze NASA maanlander maakte een zachte landing op de maan op 10 november in Sinus Medii en had de missie doelstellingen:
- Het maken van een zachte landing;
- Het maken van tv-beelden;
- Het onderzoeken van maan materiaal;
- Het detecteren van magnetische materiaal.
Tijdens de missie werd de lander opnieuw gelanceerd en kwam enkele meters verderop weer neer op de maan, dit gebeurde op 17 november.
Op 24 november werd de Surveyor 6 uitgezet in verband met de twee weken durende nacht op de maan. Het herstellen van het contact mislukte op 14 december na de maannacht.
De Verenigde Staten lanceerden op 9 november om 12:00 UTC de eerste Saturn 5 raket vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De drierapsraket had een hoogte van 110,6 meter met een diameter van 10,1 meter en woog 2.970.000 kilogram. Deze raket was speciaal ontwikkeld om zeer zware lading en brandstof te lanceren voor de bemande ruimtemissies naar de maan.
De eerste trap bestond uit vijf Rocketdyne F-1 motoren, de tweede trap uit vijf Rocketdyne J-2 motoren en de derde trap uit een Rocketdyne J-2 motor.
Op 9 november om 12:00 UTC werd de Apollo 4 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De Apollo 4 werd in een baan om de aarde gebracht dn werd de Command and Service Module (CSM 017) gescheiden van de raket en kwam deze in een elliptische omloopbaan. Hierna werd de mock-up Lunar Module Test Article (LTA 10R) losgelaten en stuurde de vluchtleiding de capsule weer naar aarde waar deze negen uur later de atmosfeer inging en landde in de Stille Oceaan.
De Sovjet Unie lanceerde het ruimtevaartuig Zond 4B op 22 november om 19:07 UTC vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig van het type Soyuz 7K-L1 No.5 was een testvlucht naar maan en retour. Tijdens de lancering was er een technisch probleem waardoor de tweede trap van de raket uitviel en deze neerstortte anderhalve minuut na lancering. Het SAS launch escape system deed zijn werk en lanceerde de lading vanaf de raket waardoor deze ongeveer 300 kilometer van de lanceerbasis terecht kwam. Na de berging van de Zond 4B werd deze naar Baikonur gebracht.
Op 29 november werd om 04:49 UTC de eerste Redstone Raket vanaf lanceerbasis Woomera Test Range gelanceerd.
Dit was de eerste en laatste orbitale lancering van dit type raket na negen mislukte lanceringen die plaatsvonden voor sub orbitale lanceringen.
De drietrapsraket met een hoogte van 21,8 meter hoog en een diameter van 1,78 meter kon een lading van 45 kilogram in een lage baan om de aarde brengen.
Het was een samenwerkingsverband tussen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië waarbij de lancering in Australië plaatsvond.
Op 13 december om 14:08 werd de Pioneer 8 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Dit zon observatorium van de NASA maakte gedetailleerde en uitgebreide metingen van de zonnewind, het magnetisch veld van de zon en de kosmische straling.
De wetenschappelijke instrumenten om de doelstellingen te behalen waren:
- Plasma Wave Detector
- Electrostatic Analyser
- Cosmic-ray Anisotropy
- Celestial Mechanics
- Beacon receivers
- Single-Axix Magnetometer
- Cosmic Dust Detector
- Cosmic-ray Gradient Detector