De geschiedenis van 1977
Op 7 februari om 16:11 UTC werd de Soyuz 24, expeditie Salyut 5 EO-3 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde een dag later aan het ruimtestation Salyut 5 van de Sovjet Unie.
Tijdens de missie van Soyuz 21 waren er medische en psychologische problemen ontstaan bij de bemanning en zijn zij terug naar aarde gegaan. Om de problemen te verhelpen werd luchtkwaliteit getest, maar deze bleek goed te zijn. Toch werd de lucht in de Salyut 5 compleet ververst tijdens deze missie, waardoor een ruimtewandeling en andere experimenten niet door konden gaan.
De twee landden op 25 februari op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Viktor Gorbatko en Yuri Glazkov.
Vanaf lanceerbasis Plesetsk Cosmodrome werd op 24 juni om 10:30 UTC de eerste Tsyklon-3 raket gelanceerd.
Deze drietrapsraket staat ook als Tsiklon-3 en Cyclone-3 in de boeken en heeft het GRAU indexnummer 11K68 en was een afgeleide van de ballistische R-36ICBM raket van de Sovjet Unie. Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie werd het een Oekraïense draagraket.
De raket heeft een hoogte van 39,3 meter met een diameter van 3 meter en kan een lading van 4.100 kilogram in een lage omloopbaan brengen.
Op 17 juli om 09:00 UTC werd de Kosmos 929 (TKS-1) gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Het ruimtevaartuig bestond uit twee delen. Het eerste deel was het VA-ruimtevaartuig en kon kosmonauten huisvesten tijdens de lancering en terugkeer naar aarde. Het tweede deel was het zogenaamde Functional Cargo Block (FGB) om een ruimtestation te bevoorraden.
De Kosmos ontkoppelde in de twee delen en het VA-ruimtevaartuig ging terug naar aarde waar het op 16 augustus landde. Het FGB-ruimtevaartuig kwam op 2 februari 1978 weer terug naar aarde en verbrandde in de atmosfeer.
Op 4 augustus om 22:00 UTC werden de Kosmos 937 en de Kosmos 938 gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Deze missie werden er twee onbemande terugkeer capsules, TKS-VA 3 en TKS-VA 4, getest. De VA (Vozvrashemui Apparat) module kan aan de FGB-module (vrachtmodule) van een TKS-ruimtevaartuig worden bevestigd of aan een Almaz-ruimtestation.
Veertig seconden na de lancering was er een explosie waarbij de TKS-VA 3 werd vernietigd, de TKS-VA 4 kon door middel van het noodsysteem veilig geborgen worden.
Op 12 augustus om 06:29 UTC werd de HEAO 1 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral en werd ook wel Einstein Observatory genoemd.
De High Energy Astronomy Observatory 1 (HEAO 1) was de eerste in de reeks van deze observatoria en had vier instrumenten aan boord:
- Large-Area Sky Survey;
- Cosmic X-ray Experiment;
- Modulation Collimator instrument;
- Hard X-ray / Low-Energy Gamma-ray experiment.
Het observatorium had een gewicht van 2.551 kilogram en kwam op 14 maart 1979 weer in de aardse atmosfeer.
Een Titan III raket werd op 20 augustus om 14:29 gelanceerd vanaf Cape Canaveral met aan boord de onbemande ruimtesonde Voyager 2. Deze onbemande sonde heeft de planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunes onderzocht, dit was mogelijk omdat deze planeten op één lijn stonden. Deze situatie komt slechts een keer voor in de 175 jaar en daar werd gebruik van gemaakt om zo de reisduur te verkorten.
De Voyager 2 vloog twee jaar later op 9 juli 1979 langs Jupiter. Er werden foto’s gemaakt van de Grote Rode Vlek wat een megastorm is op deze planeet en op de maan Io werd vulkanische activiteit ontdekt.
Weer tweejaar later passeerde de ruimtesonde de planeet Saturnus, dit was op 26 augustus 1981. Hier werd onder andere onderzoek gedaan naar de atmosfeer van deze gasreus.
Op 24 januari 1986 passeerde de sonde Uranus en ontdekte daar diverse manen en verder werd er net als bij Saturnus onderzoek gedaan naar de atmosfeer van deze planeet.
Als laatste planeet passeerde de sonde Neptunes op 25 augustus 1989. De missie van de Voyager 2 werd na het passeren van Neptunes gewijzigd in een interstellaire missie.
De Voyager-1 werd vanaf Cape Canaveral met een Titan III raket gelanceerd op 5 september om 12:56 UTC en gaat achter de Voyager 2 aan om planeten te onderzoeken. Hoewel deze later werd gelanceerd dan de Voyager 2 bereikte de sonde als eerste Jupiter op 5 maart 1979.
Na het passeren van Jupiter ging de sonde richting Saturnus waar deze 12 november 1980 de planeet voorbij vloog waarbij ringen van Saturnus werden gedetecteerd.
Na elf jaar door de ruimte te hebben gevlogen maakte de Voyager 1 de eerste foto’s genomen buiten ons zonnestelsel en stuurde deze naar de aarde.
Net als de Voyager 2 vliegt de Voyager 1 nu in de interstellaire ruimte.
Op 29 september om 06:50 UTC werd het ruimtestation van Salyut 6 van de Sovjet Unie gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
Dit ruimtestation Salyut 6 (DOS 5) met een lengte van 15,8 meter een diameter van 4,15 meter woog 19.824 kilogram was voorzien van een tweede koppelingsmodule. Hierdoor kon een missie langer duren omdat de bevoorrading van deze module kon gebruikmaken.
In mei 1981 werd het ruimtestation voor het laatst bezocht door kosmonauten hierna koppelde de Kosmos 1267 in juni 1992 aan het ruimtestation en werd zo gecontroleerd in de atmosfeer gestuurd waarna het ruimtestation geheel verbrandde op 29 juli 1992.
Op 9 oktober om 02:40 UTC werd de Soyuz 25 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten van de Sovjet Unie die een vlucht hadden gemaakt naar de Salyut 6 bleek bij aankomst dat de koppelingsadapter beschadigd was waardoor de deze niet een goede koppeling kon maken met het ruimtestation.
Zowel de kosmonauten als de vluchtleiding hadden geen idee of het aan de capsule of aan de Salyut 6 lag en na een aantal pogingen en het teruglopende vermogen van de batterijen aan boord werd er uiteindelijk een noodlanding ingang gezet. De twee landden veilig op 11 oktober op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Valery Ryumin en Vladimir Kovalyonok.
Op 10 december om 01:18 UTC werd de Soyuz 26, expeditie Salyut 6 EO-1 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelde een dag later aan het ruimtestation Salyut 6 van de Sovjet Unie.
De twee kosmonauten bleven achter in het ruimtestation en de kosmonauten van Soyuz 27 landden veilig op de op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Yuri Romanenkoen Georgi Grechko.