De geschiedenis van 1991
Op 5 april om 14:22 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de CGRO satelliet en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satelliet.
Op de derde dag werd de satelliet in de ruimte gezet maar de antenne met hoge versterking kon niet worden ingezet waarna deze handmatig door twee astronauten alsnog kon worden ingezet. Deze ongeplande ruimtewandeling was de eerste sinds april 1985.
Na een verblijf van bijna zes dagen maakte de Atlantis op 11 april een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Kenneth Cameron, Jay Apt, Steven Nagel, Jerry Ross en Linda Godwin.
De Compton Gamma Ray Observatory (CGRO) werd op 5 april gelanceerd en uitgezet vanuit de Space Shuttle Atlantis.
Het astronomie observatorium CGRO had vier telescopen aan boord en detecteerde fotonen tijdens zijn verblijf in de ruimte 2000. Deze zware satelliet van 17.000 kilogram werd in een lage omloopbaan om de aarde gebracht om zodoende de Van Allen-stralingsgordels te vermijden.
Het astronomie observatorium maakte deel uit van de “Great Obseratories” van NASA en was mede mogelijk gemaakt door onder ander door een bijdrage van de Europese ruimtevaart organisatie ESA.
In december 1999 viel een van de drie gyroscopen uit waarna werd besloten het observatorium gecontroleerd te laten neerstorten op aarde en dat gebeurde op 4 juni 2000 in de Stille Oceaan.
Foto v.l.n.r.: Charles Veach, Michael Coats, Gregory Harbaugh, Donald McMonagle, Blaine Hammond, Richard Hieb en Guion Buford.
Op 28 april om 11:33 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de vier satellieten, de IBSS-SPAS en zeven astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satellieten.
Met het Infrared Background Signature Survey-Shuttle Palette Satellite (IBSS-SPAS) werden experimenten uitgevoerd ten behoeven van de ontwikkeling van sensorsystemen voor ballistische raketverdediging. Hierbij de IBSS-SPAS in de ruimte gezet en later weer aan boord van de Discovery gebracht.
Na een verblijf van ruim acht dagen maakte de Discovery op 11 april een veilige landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Op 18 mei om 12:50 UTC werd de Soyuz-TM 12, expeditie MIR EO-9, gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan het ruimtestation MIR van de Sovjet Unie.
De kosmonauten Sergei Krikalev en Helen Sharman bleven achter in de MIR, Toktar Aubakirov en Franz Viehböck van Soyuz-TM 13 en de andere kosmonaut landden veilig op 10 oktober op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r: Anatoly Artsebarsky, Helen Sharman en Sergei Krikalev.
Op 5 juni om 13:24 UTC werd de Space Shuttle Columbia gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de Spacelab LM 1 en zeven astronauten.
In het Spacelab Life Sciences 1 werden experiment uitgevoerd op mensen en dieren om kennis op te doen hoe op allerlei gebieden.
Na een verblijf van ruim negen dagen maakte de Columbia op 14 juni een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Zittend; Drew Gaffney, Milli-Hughes Fulford, Rhea Seddon, en James Bagian. Staand; Bryan O’Connor, Tamara Jernigan en Sidney Gutierrez.
Op 17 juli om 01:46 UTC werd de Europese SARA gelanceerd vanaf lanceerbasis Guiana Space Centre.
De Satellite Amateur de Radio-Astronomie (SARA) deed een radioastronomie-experiment dat was ontworpen om de radio-elektrische emissie van de planeet Jupiter te onderzoeken en kon niet op aarde plaatsvinden omdat deze radiogolven geblokkeerd worden door de ionosfeer.
Het was een kleine kubusachtige satelliet van 45 centimeter en de elektriciteit werd opgewekt door de op de gemonteerde satelliet aanwezige zonnepanelen.
Op 2 augustus om 15:02 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de TDRS satelliet en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satelliet.
Op de eerste dag werd de satelliet in de ruimte gezet en verder werden er diverse experimenten en testen uitgevoerd tijdens de missie.
Na een verblijf van bijna negen dagen maakte de Atlantis op 11 augustus een veilige landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r.: Shannon Lucid, James Adamson, John Blaha, David Low en Michael Baker.
De Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA lanceerde op 30 augustus om 02:30 UTC de Yohkoh satelliet vanaf Kagoshima Space Center.
Deze missie van de JAXA, NASA en de Britse ruimtevaartorganisatie en deed onderzoek naar de zon.
Het onderzoek richtte zich op de processen in de corona en de samenhang van de veranderingen in het magnetisch veld van de zon. Na een succesvolle missie verbrandde de satelliet op 12 september 2005 boven Zuid-Azië in de atmosfeer.
Op 12 september om 23:11 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de UARS satelliet en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satelliet.
Op 12 september werd de satelliet in de ruimte gezet en verder werden er diverse experimenten en testen uitgevoerd tijdens de missie.
Na een verblijf van ruim zes dagen maakte de Discovery op 18 september een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Zittend; Mark Brown, John Creighton en Kenneth Reightler. Staand; Charles Gemar en James Buchli.
Op 2 oktober om 05:59 UTC werd de Soyuz-TM 13, expeditie MIR EO-10, gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan het ruimtestation MIR van de Sovjet Unie.
De kosmonauten Toktar Aubakirov en Franz Viehböck bleven achter in de MIR, Sergei Krikalev en Helen Sharman van Soyuz-TM 12 en de andere kosmonaut landden veilig op 10 oktober op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r: Toktar Aubakirov, Alexander Volkov en Franz Viehböck.
Op 24 november om 23:44 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de DSP satelliet en zes astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satelliet.
Op de eerste dag werd de satelliet in de ruimte gezet en verder werden er diverse experimenten en testen uitgevoerd tijdens de missie.
Na een verblijf van bijna zeven dagen maakte de Atlantis op 1 december een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Zittend; Terence Hendricks, Frederick Gregory, en Story Musgrave. Staand; James Voss, Thomas Hennen en Mario Runco.
De eerste Atlas II raket werd op 7 december om 22:47 gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
Deze raket was gebaseerd op zijn voorganger de Atlas I raket en ontworpen om ladingen in een omloopbaan om de aarde te brengen. Dat waren ladingen tot 6.780 kilogram voor een lage omloopbaan te brengen en 2.810 kilogram in een geostationaire transferbaan.
Het verbeterde ontwerp ten opzichte van de Atlas I was dat de raket een grotere stuwkracht had waardoor er meer lading kon worden meegenomen. Deze tweetraps raket had een hoogte van 47,5 meter en de diameter 3,05 meter.