De geschiedenis van 1990
Foto v.l.n.r.: Zittend; Daniel Brandenstein en James Weatherbee. Staand; Marsha Ivins, David Low en Bonnie Dunbar.
Op 9 januari om 12:35 UTC werd de Space Shuttle Columbia gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de Leasat satelliet en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satelliet, welk op de tweede dag in de ruimte werd gezet.
De op 6 april 1984 in de ruimte gelanceerde Long Duration Exposure Facility (LDEF) werd op de vierde uit de ruimte gehaald en in het vrachtruim van de Columbia geladen.
Na een verblijf van bijna elf dagen maakte de Columbia op 20 januari een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Japan lanceerde zijn eerste missie naar de maan op 24 januari om 11:46 UTC vanaf lanceerbasis Kagoshima Space Center.
De missie ging niet vlekkeloos, want de Hiten kwam niet direct in de juiste baan omdat de snelheid te laag was. Na een correctie kwam deze alsnog in de juiste baan.
Tijdens de eerste maanzwaai liet de Hiten de kleine satelliet Hagoromo vrij in een baan om de baan. Helaas werkt de zender van de satelliet niet, maar de baan kon wel visueel bevestigd worden.
Het doel van de Hiten was om stofdeeltjes te vangen uit de Kordylewski-wolken, het enige instrument aan boord heeft geen verhoging hiervan gevonden. Uiteindelijk is de Hiten gecontroleerd neergestort op de maan op 10 april 1993.
Op 11 februari om 06:16 UTC werd de Soyuz-TM 9, expeditie MIR EO-6, gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelden twee dagen later aan het ruimtestation MIR van de Sovjet Unie.
De kosmonauten landden veilig op 9 augustus op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r: Anatoly Solovyev en Aleksandr Balandin.
Op 28 februari om 07:50 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de USA-53 satelliet en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satelliet, welk op de eerste dag in de ruimte werd gezet.
Na een verblijf van bijna vijf dagen maakte de Atlantis op 4 maart een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Pierre Thuot, John Caster, John Creighton, Richard Mullane en David. Hilmers.
Op 5 april om 19:10 UTC werd de eerste Pegasus raket gelanceerd vanaf het vliegtuig NB-52B Balls 8 wat was opgestegen vanaf Edwards Air Force Base.
Het is een drietrapsraket welke is ontworpen om kleine ladingen in een lage omloopbaan te brengen en wordt op een hoogte van 12 kilometer losgelaten van een vliegtuig.
De raket heeft een lengte van 16,9 meter met een doorsnede van 1,3 meter en kan een lading van 443 kilogram vervoeren.
Op 24 april om 12:33 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de Hubble Space Telescope en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de telescoop, welk op de tweede dag in de ruimte werd gezet.
Na een verblijf van vijf dagen maakte de Discovery op 29 april een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Charles Bolden, Steven Hawley, Loren Shriver, Bruce McCandless, en Kathryn Sullivan.
Op 25 april wordt de Hubble Space Telescope gelanceerd vanuit de Space Shuttle Discovery. De Hubble Space Telecope wordt gebruikt voor optische waarnemingen en verder is er ook een infraroodcamera in de telescoop aanwezig.
De eerste beelden werden binnen een week ontvangen en deze bleken minder goed dan verwacht. Na analyse bleek de primaire spiegel niet goed scherp te kunnen worden gesteld.
De afwijking is zeer klein, 10 nanometer, maar hierdoor weerkaatste het licht van de randen in een ander brandpunt dan de weerkaatste stralen in het centrum van de spiegel. Deze afwijking aan de spiegel had niet op alle onderzoeken effect, zo waren heldere objecten wel scherp genoeg. De minder heldere objecten waren door het verlies aan licht niet scherp te krijgen en daarom was het onmogelijk om het kosmologische programma uit te voeren. In een latere missie werd dit probleem hersteld.
Op 31 mei om 10:33 UTC werd de MIR module Kristall gelanceerd vanaf lanceerbasis Baikonur Cosmodrome.
De Kristal module heeft een lengte van 11,9 meter met een diameter van 4,35 meter en een spanwijdte van 36 als de zonnepanelen zijn uitgevouwen.
Het was de vierde module van het Sovjet ruimtestation wat op 10 juni koppelde autonoom aan de MIR.
Aan boord bevonden verschillende materiaalverwerkingsovens en er was een instrument voor biotechnologie experimenten.
Vanaf Cape Canaveral werd op 1 juni om 21:48 UTC de Duitse astronomie satelliet ROSAT gelanceerd.
Nadat de kalibratie en verificatieperiode was afgerond kon de telescoop met het observeren beginnen van geselecteerde astrofysische bronnen. De missie van de telescoop was aanvankelijk achttienmaanden en maximaal vijfjaar, maar werd uiteindelijk na achtjaar afgesloten.
De telescoop werd 12 februari 1999 uitgeschakeld waarna deze in een baan werd gebracht zodat deze langzaam terug naar aarde viel. Op 23 oktober 2011 kwam uiteindelijk de telescoop in de atmosfeer terecht en verbrandde boven de Golf van Bengalen ten oosten van India.
De Sovjet Unie lanceerde op 11 juli om 10:00 UTC de astronomie telescoop Gamma vanaf Baikonur Cosmodrome.
Het was een Frans-Sovjet missie wat een kleine twee jaar duurde, maar werd al bedacht in 1965 als onderdeel van het Multi-module Oribtal Complex. Maar pas in 1979 kreeg het de goedkeuring en zou in 1984 gelanceerd worden uiteindelijk werd het 1990.
Het Gamma observatorium had drie telescopen aan boord, de Gamma-1, de Disk-M en de Pulsar X-2. Kort nadat de missie was gestart stopt de Disk-M.
Waarnemingen omvatten studies van de Velda Pulsar, het Galactisch Centrum, Cygnus X-1, Hercules X-1 en de Krabnevel.
Op 25 juli om 19:21 UTC werd de eerste Atlas I gelanceerd vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.
De Atlas I werd als nieuwe raket in de markt gezet maar is de verbeterde opvolger van de Atlas G/H en werd gebruikt voor commerciële doeleinden, terwijl de Atlas G en H voornamelijk gebruikt werd voor overheidssatellieten.
Het was een tweetrapsraket met de drie motoren, kon 5.900 kilogram in een lage omloopbaan (LEO) en 2.340 kilogram in een geostationaire transferbaan brengen. De raket was 43,9 meter hoog met een diameter van 3,05 meter.
Op 1 augustus om 09:32 UTC werd de Soyuz-TM 10, expeditie MIR EO-7, gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde twee kosmonauten koppelden twee dagen later aan het ruimtestation MIR van de Sovjet Unie.
De kosmonaut Toyohiro Akiyama van de Soyuz-TM 11 ging mee terug samen met de twee kosmonauten landden veilig op 10 december op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r: Gennadi Manakov en Gennady Strekalov.
Op 6 oktober om 11:47 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren de Ulysses en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satelliet, welk op de lanceerdatum in de ruimte werd gezet.
Na een verblijf van vier dagen maakte de Discovery op 10 oktober een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Zittend; Robert Cabana en Richard Richards. Staand; Bruce Melnick, Thomas Akers en William Shepherd.
Op 6 oktober om 11:47 UTC werd de Ulysses ruimtesonde gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Deze ESA / NASA missie heeft de zonnewind onderzocht waarbij de noordpool als de zuidpool van de zon meerdere malen werd onderzocht.
Het was de eerste keer dat de polen werden bestudeerd en na onderzoek bleek dat de
zonnewind bij de polen een hogere snelheid had dan bij de zonne-evenaar.
Uiteindelijk werd na zeventien jaar op 1 juli 2008 uit dienst genomen.
Op 15 november om 23:48 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren twee satellieten en vijf astronauten. De missie had als hoofddoel het in de ruimte zetten van de satellieten, welk op de lanceerdatum in de ruimte werd gezet.
Na een verblijf van bijna vijf dagen maakte de Atlantis op 20 november een veilige landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.
Foto v.l.n.r.: Zittend; Frank Culbertson en Richard Covey. Staand; Charles Gemar,c Robert Springer en Carl Meade.
Op 2 december om 06:49 UTC werd de Space Shuttle Columbia gelanceerd vanaf lanceerbasis Kennedy Space Center.
Aan boord van deze vlucht waren een vier ruimtetelescopen en zeven astronauten.
Het doel van de missie met de naam Astro-1 waren astronomische waarnemingen met de aan boord zijnde vier ruimtetelescopen in het ultraviolette en röntgen gebied.
Na een verblijf van bijna negen dagen maakte de Columbia op 10 december een veilige landing op Edwards Air Force Base.
Foto v.l.n.r.: Zittend; Guy Gardner, Vance Brand en John Lounge. Zittend; Robert Parker, Ronald Parise, Jeffrey Hoffman en Samuel Durrance
Op 2 december om 08:13 UTC werd de Soyuz-TM 11, expeditie MIR EO-8, gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.
De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan het ruimtestation MIR van de Sovjet Unie
.
De kosmonaut Toyohiro Akiyama bleef achter in de MIR, Helen Sharman van de Soyuz-TM 12 en de andere twee kosmonauten landden veilig op 10 december op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r: Toyohiro Akiyama, Viktor Afanasyev en Musa Manarov.