De geschiedenis van 2011
Leonardo da Vinci module
Op 24 februari 21:53 UTC werd voor de laatste keer de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. De aan boord zijnde zes astronauten koppelden twee dagen later aan de PMA-2 module van het International Space Station. Vlucht STS-133 had aan boord twee modules om het ISS verder uit te breiden, in dit geval de Leonardo module en de ELC-4 module.
De Leonardo module ging zeven keer eerder naar het ISS als een Multi-Purpose Logistics Module (MPLM) maar werd omgebouwd naar een Permanent Multipurpose Module (PMM) om zodoende ruimte te creëren voor de opslag van voorraden, reserveonderdelen en afval. De PMM werd op 1 maart een vaste module van het International Space Station en is gemonteerd op de Unity module. Op 27 mei 2015 is de module losgekoppeld en gemonteerd op de Tranquillity module, dit om het ISS verder te kunnen uitbreiden.
De Leonardo module, ook wel MPLM-1 genaamd is vernoemd naar de Italiaanse uitvinder Leonardo da Vinci .
De Express Logistics Carrier (ELC-4) is een platform om externe ladingen te monteren en is gemonteerd op de starboard 3 (S3) truss van het International Space Station.
Foto v.l.n.r.: Alvin Drew, Nicole Stott, Eric Boe, Steven Lindsey, Michael Barratt en Stephen Bowen.
Robonaut2 beter bekend als R2 was de eerste humanoïde robot dat de ruimte in werd gelanceerd. R2 is heeft als hoofdtaak het inzicht verkrijgen van hoe robots zich in de ruimte gedragen. Nadat blijkt dat de robot functioneel is kan door middel van upgrades en verbeteringen de robot astronauten helpen bij wetenschappelijk werk.
Na een verblijf van tien dagen verliet de Discovery op 7 maart het ISS en maakte twee dagen later een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15.
De X-37B is een onbemand ruimtevliegtuig dat verticaal werd gelanceerd op 5 maart door een Atlas-V 501 raket vanaf Cape Canaveral en in een baan om de aarde is gebracht.
Ook tijdens deze tweede lancering van dit type ruimtevliegtuig werden testen uitgevoerd voor de Amerikaanse US Air Force, deze testen moesten meer inzicht geven in ruimtevaarttechnologie.
Hoewel er geen mededelingen werden gedaan omtrent de missie werd ervan uitgegaan dat deze vlucht gebruikt wordt voor militaire spionagedoeleinden. Op 16 juni 2012 voerde het ruimtevliegtuig na 468 dagen op Vandenberg Air Force Base een automatische ruimte landing uit.
Op 4 april 22:18 UTC werd de Soyuz-TMA 21 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Poisk module van het International Space Station.
Door het ongeluk van de Progress-M 12M op 14 augustus werd de landing uitgesteld en op 16 september verlieten de kosmonauten van ISS-Expeditie 27 het ISS en landden die nacht veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Ronald Garan, Aleksandr Samokutyayev en Andrei Borisenko.
Vanaf Cape Canaveral werd op 7 mei een Atlas-V 401 gelanceerd met aan boord de eerste SBIRS-GEO 1 (Space-Based Infrared System) en in een geostationaire (GEO) baan gebracht.
Het SBIRS-programma is ontwikkeld om vroegtijdig te waarschuwen op gebied van raketlanceringen, raketafweer en ruimteslagveldkarakterisering middels de GEO satellieten en door middel van satellieten in een HEO-baan (hoge elliptische baan) en gegevensverwerking op de grond.
Het systeem zal het DSP-systeem (Defense Support Program) vervangen.
Op 16 mei 12:56 UTC werd voor de laatste keer de Space Shuttle Endeavour gelanceerd vanaf Kennedy Space Center. De aan boord zijnde zes astronauten koppelden twee dagen later aan de PMA-2 module van het International Space Station. Vlucht STS-134 had aan boord twee modules om het ISS verder uit te breiden, in dit geval de AMS-02 module en de ELC-3 module.
De Alpha Magnetic Spectrometer, ook wel AMS-02 genoemd, is een experimentele module en is gemonteerd op starboard 3 (S3) truss. Het doel van de AMS-02 detector is het meten van antimaterie in de kosmische straling, zodoende te informatie te verzamelen om de vorming van het heelal te begrijpen en te zoeken naar bewijs van donkere materie.
De Express Logistics Carrier (ELC-3) is een platform om externe ladingen te monteren en is gemonteerd op de port 3 (P3) truss van het International Space Station.
Na een verblijf van tien dagen verliet de Endeavour op 30 mei het ISS en maakte twee dagen later op 1 juni een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15.
Foto v.l.n.r.: Gregory H. Johnson, Michael Fincke, Greory Chamitoff, Andrew Feustel, Roberto Vittori en Mark Kelly onder in het midden.
ELC-3 module
AMS-02 module
Op 7 juni 20:12 UTC werd de Soyuz-TMA 02M gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Rassvet module van het International Space Station.
Op 21 november verlieten van de ISS-Expeditie 28 de kosmonauten het ISS en landden die nacht, 22 november, veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Michael Fossum, Sergey Volkov en Satoshi Furukawa.
De laatste Space Shuttle werd gelanceerd op 8 juli om 15:29 UTC. Deze STS-135 vlucht werd met de Atlantis uitgevoerd en bracht slechts vier bemanningsleden de ruimte in die twee dagen later aan de PMA-2 module van het International Space Station koppelden. De reden om slechts vier astronauten te lanceren was omdat er bij deze laatste Shuttle missie geen reddingsmissie bestond.
De vracht aan boord voor het ISS bestond uit de Multi-Purpose Logistic Module (MPLM) genaamd Raffaello, een Lightweight Mulit-Purpose Carrier (LMC) en de minisatelliet PSSC-2 welke op 12 juli vanuit het ruim van de Atlantis in de ruimte werd gezet.
De Raffaello (MPLM-2) is in het totaal vier keer naar het ISS geweest om het ruimtestation te bevoorraden en is vernoemd naar de Italiaanse schilder en architect Raffello Sanzio.
Na een verblijf van tien dagen verliet de Atlantis op 19 juli het ISS en maakte twee dagen later een geslaagde landing op Kennedy Space Shuttle Landing Facility landingsbaan 15.
Space Shuttle Atlantis is tentoongesteld op het Kennedy Space Center sinds 29 juni 2013.
Foto v.l.n.r.: Douglas Hurley, Christopher Ferguson, Rex Walheim en Sandra Magnus.
Vanaf Baikonur Cosmodrome werd op 18 juli om 02:31 UTC de radiotelescoop Spektr-R gelanceerd. Het Spekt-R project is een internationale samenwerkingsmissie om een radiotelescoop in een hoge baan rond de aarde te lanceren.
Het doel van de missie is interferometerobservaties uit te voeren in combinatie met het wereldwijde grondradiotelescoopnetwerk zodoende de beelden, coördinaten, bewegingen en van astronomische objecten met een hoekresolutie tot een paar miljoenste van een boogseconde te bestuderen.
Op 11 januari 2019 stopte de communicatie met het Mission Control Center. Pogingen van specialisten om de communicatie met het ruimtevaartuig te herstellen was niet succes vol en werd besloten in een vergadering van de Staatscommissie het project te voltooien.
De NASA lanceerde op 5 augustus om 16:25 UTC vanaf lanceerbasis Cape Canaveral de Jupiter satelliet Juno en is de tweede missie van het New Frontier Program.
De satelliet werd in een baan om de zon gebracht en in oktober 2013 kreeg de ruimtesonde een zwaartekrachtslinger van de aarde en kwam na vijf jaar op juli 2016 in een baan om Jupiter.
Het doel van deze missie is:
- het onderzoeken van het bestaan van een ijsrotskern;
- het bepalen van de hoeveelheid water en ammoniak in de atmosfeer;
- het observeren diep in de atmosfeer van de temperatuur en wolkenformaties;
- het in kaart brengen van het zwaartekrachtsveld en het magnetisch veld;
- het waarnemen van de magnetosfeer aan de polen.
Vanaf lanceerbasis Cape Canaveral werd op 10 september om 13:08 UTC twee satellieten gelanceerd, de GRAIL-A en GRAIL-B. De twee GRAIL (Gravity Recovery and Interior Laboratory) satellieten maken deel uit van het NASA Discovery Program en hadden tot doel:
- het in kaart brengen van de maankorst;
- het onderzoeken van de asymmetrische thermische evolutie van de maan;
- het bepalen van de ondergrondse structuur van de impactkraters;
- het onderzoeken van de oorsprong van de maan-mascons, dit zijn gebieden waar de zwaartekracht iets groter is dan het omliggende gebied;
- het bepalen van de evolutie in de tijd van breuklijn en magmatisme;
- het bepalen van de grote van de maankern.
De twee satellieten zijn gecontroleerd neergestort op 17 december 2012 op de maan.
Het Chinese ruimtelaboratorium Tiangong-1 werd door een Long March 2F/T raket op 29 september om 13:16 UTC gelanceerd vanaf de lanceerbasis Jiuquan Satellite Launch Center in de Gobi woestijn.
Dit was de eerste stap voor de Chinezen om het ruimtestation Tiangong (Hemels Paleis) te ontwikkelen en te bouwen en was bedoeld om technieken te testen en ervaring op te doen met het aankoppelen van andere ruimtevaartuigen.
In september 2016 werd het contact verloren en raakte de Chinezen de controle kwijt over de Tiangong-1. Doordat het ruimtestation langzaam hoogte verloor duurde het nog tot 2 april 2018 voordat deze deels in de atmosfeer van de aarde verbrande en er stukken in de zuidelijke deel van de Grote Oceaan stortte.
Voor het eerst werd er een Russische Soyuz raket vanaf lanceerbasis Guiana Space Centre gelanceerd, deze lancering vond plaats op 21 oktober om 10:30 UTC.
Het gaat om een Soyuz-2.1b/ST type en wordt aangeduid als Soyuz-ST-B.
De Soyuz-ST is een viertrapsraket waarvan de het vluchtregelsysteem is voorzien van een digitale versie, een verbeterde derdetrap en een grotere laadruimte.
Het Soyuz Launch Complex op de lanceerbasis is speciaal hiervoor aangelegd en is, net als bij de Soyuz-complexen Baikonur en Plesetsk, het pad verbonden met de assemblage- en verwerkingsfaciliteit (MIK) verbonden met een breedspoor. Echter in tegenstelling tot de Soyuz-complexen Baikonur en Plesetsk wordt de raket met MIK geheel verticaal getransporteerd naar de lanceerlocatie. Waarna de MIK voor de lancering weer op een veilige afstand wordt getransporteerd.
Op 31 oktober om 21:58 UTC werd het onbemande ruimtevaartuig Shenzhou 8 gelanceerd vanaf Jiuquan Satellite Launch Center en koppelde op 2 november aan de Tiangong 1. Het raketvaartuig werd op 14 november ontkoppelt en om even later weer aangekoppeld te worden. Zowel de eerste als de tweede koppeling door de Chinezen in de ruimte was een succes.
Daar verbleef de Shenzhou 8 nog twee dagen en verliet de Tiangong 1 op 16 november en landden een dag later in Binnen-Mongolië en regio in het noorden van China.
De Russische ruimtesonde Phobos-Grunt op 8 november om 20:16 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome door een Zenit-2SB raket.
De Phobos-Grunt was ontwikkeld om op de Marsmaan Phobos te landen en daarna een bodemmonster te nemen en dat terug te breng op aarde.
Aan boord van de ruimtesonde was de Chinese Marssatelliet Yinghuo-1 en een klein microlaboratorium LIFE (Living Interplanetary Experiment). Het was de bedoeling dat de micro-organismen in het laboratorium een driejarige reis zouden maken en bij terugkeer onderzocht werden of deze micro-organisme het hadden overleeft. Het doel van de Chinese satelliet was het onderzoeken van het oppervlak, de atmosfeer, ionosfeer en het magnetische veld van de planeet Mars.
Bij de lancering waren er problemen waardoor de sonde in een te lage baan om de aarde terecht kwam, hierdoor was het niet mogelijk om de sonde richting Mars te sturen. Na twee maanden stortte de Phobos-Grunt in de Stille Oceaan.
Op 14 november 04:14 UTC werd de Soyuz-TMA 22 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Poisk module van het International Space Station.
Op 27 april 2012 verlieten de kosmonauten van ISS-Expeditie 29 het ISS en landden die dag veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Daniel Burbank, Anton Shkaplerov en Anatoli Ivanishin.
De MSL (Mars Science Laboratory) werd op 26 november 15:02 UTC gelanceerd vanaf Cape Canaveral met een Atlas V 541 draagraket en was ook de eerste vlucht van deze variant op de Atlas V raket.
De MSL wordt ook wel aangeduid met het Engelse woord “rover”, maar de meest gebruikte naam is Curiosity.
Dit robotvoertuig doet onderzoek op de planeet Mars, het wetenschappelijk onderzoek richt zich op vier doelstellingen:
- was er leven mogelijk op Mars;
- klimaat onderzoek;
- geologisch onderzoek;
- voorbereiden bemande missie naar deze planeet.
Na een reis van bijna 9 maanden landde de Curiosity op Mars.
Op 21 december 13:16 UTC werd de Soyuz-TMA 03M gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Rassvet module van het International Space Station.
Het was voor de tweede en laatste keer dat kosmonaut André Kuipers de ruimte in ging, zijn functie aan boord was “Flight Engineer 1 & Medical Crew Officer”.
De capsule die André Kuipers gebruikte tijdens deze missie is te ten toon gesteld in Space Expo visitors center op het ESTEC (European Space Research and Technology Center) in Noordwijk.
Op 1 juli 2012 verlieten de kosmonauten van ISS-Expeditie 30 het ISS en landden die dag veilig op de Steppe van Kazachstan.
Foto v.l.n.r.: Donald Pettit, Oleg Kononenko en André Kuipers.